Jeruzalem, Rome en Spanje: Rom.15:25-33

Inleiding

Paulus wil graag met de volle zegen van het evangelie naar Rome komen. Hij was dit al eerder van plan geweest, maar tot nu toe was dit niet gelukt. Nu wil hij via Rome naar Spanje reizen. Hij kan dan de gelovigen in Rome ontmoeten, van hun gezelschap genieten en door hen verder op weg geholpen worden. Maar hij wil eerst nog een taak volbrengen in Jeruzalem.

Opbouw van deze studie

In deze studie zal ik eerst de bijbeltekst bespreken. Paulus licht in de verzen 25-29 zijn plannen toe en in de verzen 30-33 vraagt hij om gebed.
Daarna kijken we of de plannen van Paulus en zijn verwachtingen uitgekomen zijn. Hoe is zijn bezoek aan Jeruzalem afgelopen? Is het gebed waartoe hij opriep, verhoord? Is hij naar Rome gekomen en wat is er terecht gekomen van zijn plan om naar Spanje te reizen?

Lees verder

De plannen van Paulus: Rom.15:14-24

Inleiding

In dit deel van zijn brief aan de Romeinen begint Paulus zijn boodschap af te ronden. Hij legt hen uit waarom heeft hij deze brief heeft geschreven en wat zijn plannen voor de toekomst zijn.

Hij prijst het geloof en de kennis van de gelovigen in Rome. Toch heeft hij hen met vrijmoedigheid geschreven om hen te herinneren aan wat ze zelf al weten. Hij beschrijft zijn eigen bediening als een “priesterlijke taak”, waarin hij de heidenen tot een aanvaardbare offergave voor God wil maken.

Lees verder

Zwakken en sterken: Rom.15:1-13

Inleiding

Paulus is nog niet klaar met het onderwerp van de zwakken en de sterken. Het is jammer dat hier een nieuw hoofdstuk begint. De hoofdstukindeling in onze Bijbels is niet geïnspireerd en we moeten Romeinen 14:1 tot en met 15:13 als eenheid beschouwen. Paulus begint én eindigt met het gebod om elkaar te aanvaarden:

Romeinen 14:1 Aanvaard dan wie zwak is in het geloof, maar niet om over meningsverschillen te strijden.
Romeinen 15:7 Daarom, aanvaard elkaar zoals ook Christus ons aanvaard heeft, tot heerlijkheid van God.

We hebben in de vorige twee studies gezien dat de spijswetten en speciale feestdagen meningsverschillen veroorzaakten in de gemeente. De sterke gelovige is volgens Paulus degene die alles eet en die alle dagen gelijk acht. De zwakke eet alleen plantaardig voedsel en viert speciale dagen. De sterke wordt opgeroepen om de zwakke te verdragen. En de zwakke mag de sterke niet oordelen.

Lees verder

Geen aanstoot geven, maar opbouwen: Rom.14:13-23

Inleiding

In de eerste 12 verzen van Romeinen 14 ging het over de houding van christenen ten opzichte van elkaar. De sterken kregen de opdracht om verdraagzaam te zijn en de zwakken om niet te oordelen. In de verzen 13 tot en met 23 gaat Paulus een stap verder: het gaat niet alleen om elkaar te verdragen, maar ook om elkaar op te bouwen.

Paulus spreekt in dit gedeelte vooral tot de sterke gelovigen. Hij roept hen op om geen struikelblok op te werpen voor de zwakken. De vrijheid die de sterke gelovige ervaart om bijvoorbeeld alles te eten, kan de zwakke in het geloof laten struikelen. Tegelijk is dit gedeelte ook leerzaam voor de zwakken. Zij horen Paulus heel duidelijk zeggen dat alle dingen rein zijn in zichzelf.

De nadruk ligt in deze verzen op het eten en drinken. Het verschil van mening over eten en drinken had blijkbaar grote gevolgen in de gemeente. Het gezamenlijk eten van een maaltijd kan mensen samenbinden. Maar door meningsverschil over wat geoorloofd was te eten, werd de eenheid verbroken.

Lees verder

Verdraagzaamheid: Rom.14:1-12

Inleiding

In hoofdstuk 12 begon Paulus met de oproep om onszelf aan God te wijden. Die toewijding is ook de basis voor onze relatie met anderen. Hij heeft inmiddels veel gezegd over het liefhebben van elkaar en onze naaste en zelfs onze vijanden. In hoofdstuk 14 brengt Paulus een nieuw onderwerp naar voren. Vanaf hoofdstuk 14:1 tot en met 15:13 gaat hij in op meningsverschillen tussen broeders in de gemeente. Deze verschillen kunnen de onderlinge liefde in de weg staan.

Hij bespreekt twee verschilpunten die in de gemeente in Rome, samengesteld uit Joden en heidenen, een rol speelden. Sommigen wilden vasthouden aan de spijswetten en speciale feestdagen vieren. Anderen vonden dit niet nodig. Hoe kunnen de gemeenteleden toch de liefde voor elkaar bewaren?

Misschien spelen deze twee vragen niet in onze tijd of in onze gemeente, maar ook dan is dit gedeelte voor ons belangrijk. Wat doen we, als onze interpretatie van Gods wil in bijzaken van het geloof, verschilt met die van andere gelovigen?

Lees verder

Liefde tot de naaste: Rom.13:8-14

Inleiding

In Romeinen 13 staat opnieuw de liefde centraal. Paulus riep in hoofdstuk 12 al op tot oprechte, ongeveinsde liefde. Broederlijke liefde voor elkaar, het goede doen voor iedereen, zelfs voor vijanden en kwaad overwinnen met goed. Nu benadrukt hij liefde voor de naaste. Voor Paulus is liefde geen gevoel of warme emotie, maar een bewuste keuze om op een bepaalde manier te handelen. Het betekent het beste zoeken voor de ander. Liefde in de Bijbel is actief en zelfopofferend: goed doen en vermijden wat schadelijk is.

Lees verder

De overheid als dienares van God: Rom.13:1-7

Inleiding

In Romeinen 13:1-7 roept Paulus gelovigen op om zich te onderwerpen aan de overheid, omdat de overheid door God is ingesteld. Hij benadrukt dat gezagsdragers een rol hebben als dienaren van God, bedoeld om recht en orde te handhaven. Dit kan bij ons serieuze vragen en tegenzin oproepen. Wij zijn kinderen van onze tijd en onderwerping aan gezag is in onze maatschappij niet populair.

Hoe bedoelt Paulus deze verzen? We zullen zo eerlijk mogelijk naar deze passage kijken en de verzen ook leggen naast andere Bijbelgedeelten over het gezag van de overheid.

Lees verder

Onderlinge liefde: Rom.12:9-21

Inleiding

In de vorige studie zagen we hoe we de gaven van de Heilige Geest kunnen inzetten in de gemeente. In Romeinen 12 vanaf vers 9 tot en met 21 geeft Paulus een groot aantal losse vermaningen voor onze levenswandel. Romeinen 12:9-21 valt globaal in twee delen uiteen. Het eerste deel is vooral gericht op het leven en de liefde in de gemeente onderling. Het tweede deel vooral op de liefde en omgang met mensen die buiten de gemeente zijn. Ik zal beginnen met een algemene toelichting over hoe het gedeelte is opgebouwd. Daarna kijken we naar de verzen 9-13 en vervolgens naar de verzen 14-21.

Lees verder

Genadegaven en bescheidenheid: Rom.12:3-8

Inleiding

In deze studie richten we ons op onze relatie met onze broeders en zusters. In de vorige studie hebben we onze relatie met God besproken. We zagen daar dat de eerste twee verzen van Romeinen 12 ons aansporen om ons volledig aan God toe te wijden. Die toewijding vormt de basis voor al ons gedrag. In de verzen 3 tot en met 8 laat Paulus vervolgens zien wat de invloed is van deze toewijding op hoe we met elkaar omgaan.

Lees verder

Leven voor God: Rom.12:1 en 2

Inleiding

Een vraag die veel gelovigen bezighoudt is: Hoe ziet het praktische leven van een christen er uit? Hoe leef ik voor God? En wat mag ik wel en wat mag ik niet. Nu we zijn aangekomen bij het praktische gedeelte van de Romeinenbrief, hopen we daar antwoorden op te krijgen.

Ik begin met een spoilerwaarschuwing. We gaan geen antwoord krijgen op de vraag “wat mag ik wel en wat mag ik niet”. Het is ook niet de goede vraag. Paulus heeft uitgelegd dat een wet, zelfs de meest volmaakte wet, een mens niet kan verbeteren. In de eerste twee verzen van hoofdstuk 12 wordt duidelijk dat we van binnenuit moeten veranderen. Het begint met een besluit om je toe te wijden aan God (vers 1). Daarna moet je denken worden vernieuwd (vers 2).

De volgorde in Paulus’ onderwijs is belangrijk. In de eerste 11 hoofdstukken van de brief legt hij het fundament. Hoe we worden gerechtvaardigd voor God. Dat het door genade is en uit geloof. En ook waarom de wet, hoewel heilig en goed, de mens niet kon verbeteren. Eerst moet de theorie, de geloofsleer, duidelijk zijn. Pas daarna en op dat fundament kan de geloofspraktijk gebouwd worden.

Lees verder

Inleiding op de hoofdstukken 12 tot en met 16

Inleiding

De hoofdstukken 12 tot en met 16 vormen het derde en laatste grote blok onderwijs in de Romeinenbrief. Na een diepgaande theologische uitleg in de eerdere hoofdstukken, geeft Paulus ons nu praktische adviezen voor ons dagelijks leven. In het eerste deel van de brief lag de nadruk op wat God voor ons heeft gedaan. Vanaf Romeinen 12 roept hij ons op tot actie. Nu we door Gods genade gerechtvaardigd zijn, mogen we de hoge roeping die we hebben ontvangen, beantwoorden. Wat dat inhoudt, gaan we in de volgende studies ontdekken. Deze laatste vijf hoofdstukken gaan over de geloofspraktijk.

De volgorde waarin Paulus zijn onderwijs geeft, is belangrijk. In de eerste helft van de brief legt hij het fundament: hoe we worden gerechtvaardigd voor God. Hij wil dat we doordrongen zijn van de basis van ons geloof. Pas daarna en op die grond geeft Paulus aanwijzingen voor onze geloofswandel.

Lees verder

Geliefden vanwege de vaderen: Rom.11:25-36

Inleiding

In Romeinen 11:25-36 sluit Paulus zijn uitleg over Israël en de gemeente af, die hij in hoofdstuk 9 begon. In de hoofdstukken 9, 10 en 11 geeft hij antwoord op de vraag of God trouw is aan de beloften die Hij Israël heeft gedaan. De nadruk ligt in deze hoofdstukken niet op de redding van individuele personen, maar op het plan van God met Israël en de gemeente. Betekent de roeping van de gemeente dat het natuurlijke Israël helemaal en definitief verworpen is? Of zal God Zich in de toekomst opnieuw over hen ontfermen?

Deze studie

  • Romeinen 11:25-27: Deze verzen zijn de kern van dit gedeelte. Om de betekenis van de verzen te begrijpen, kijken we naar het volgende:
    • Wat bedoelt Paulus met het “geheimenis”?
    • Wat bedoelt hij met de gedeeltelijke verharding over Israël en de volheid van de heidenen?
    • Wat betekent: “zo zal heel Israël zalig worden”?
  • Romeinen 11:28-32: Israël geliefd vanwege de vaderen;
  • Romeinen 11:33-36: Een loflied over de wonderlijke rijkdom van Gods plan.

Lees verder