De eerstelingen van de Geest (1): Rom.8:18-25

Inleiding

We beginnen in deze studie aan de tweede perikoop van hoofdstuk 8. Aan de titel boven dit gedeelte zien we dat de Heilige Geest nog steeds centraal staat. In de vorige twee studies hebben we gezien dat de Geest die in ons woont, ons levend maakt (studie 23: Het leven door de Geest (2): Rom.8:5-11). En dat we zonen van God zijn en erfgenamen, als we ons laten leiden door de Geest (studie 24: Het leven door de Geest (3): Rom.8:12-17).

In vers 17 trok Paulus de conclusie dat wij erfgenamen zijn dankzij onze aanstelling tot zonen. We erven met Christus en zoals we nu delen in Zijn lijden, zullen we straks delen in Zijn heerlijkheid. Vers 17 is de springplank naar de rest van dit hoofdstuk. Paulus werkt het lijden en de heerlijkheid verder uit.

Want, hoewel we gered zijn, is er ook het lijden van deze tegenwoordige tijd. We zijn al zonen van God maar hebben nog niet de volledige heerlijkheid ontvangen die daarbij hoort. Het gaat over nu en straks. We zijn in hoop gered. We lijden en zuchten onder verdrukking aan de ene kant en zijn vol hoop en verwachting aan de andere kant.

Belangrijke woorden in dit gedeelte zijn dan ook: verwachten, zuchten en hoop. Ik zal het gedeelte behandelen aan de hand van deze woorden.

Lees meer