Inleiding
In Romeinen 11:25-36 sluit Paulus zijn uitleg over Israël en de gemeente af, die hij in hoofdstuk 9 begon. In de hoofdstukken 9, 10 en 11 geeft hij antwoord op de vraag of God trouw is aan de beloften die Hij Israël heeft gedaan. De nadruk ligt in deze hoofdstukken niet op de redding van individuele personen, maar op het plan van God met Israël en de gemeente. Betekent de roeping van de gemeente dat het natuurlijke Israël helemaal en definitief verworpen is? Of zal God Zich in de toekomst opnieuw over hen ontfermen?
Deze studie
- Romeinen 11:25-27: Deze verzen zijn de kern van dit gedeelte. Om de betekenis van de verzen te begrijpen, kijken we naar het volgende:
- Wat bedoelt Paulus met het “geheimenis”?
- Wat bedoelt hij met de gedeeltelijke verharding over Israël en de volheid van de heidenen?
- Wat betekent: “zo zal heel Israël zalig worden”?
- Romeinen 11:28-32: Israël geliefd vanwege de vaderen;
- Romeinen 11:33-36: Een loflied over de wonderlijke rijkdom van Gods plan.
Romeinen 11:25-27: Het geheim uitgelegd
25 Want ik wil niet, broeders, dat u geen weet hebt van dit geheimenis (opdat u niet wijs zou zijn in eigen oog), dat er voor een deel verharding over Israël is gekomen, totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan.
26 En zo zal heel Israël zalig worden, zoals geschreven staat: De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob.
27 En dit is het verbond van Mij met hen, wanneer Ik hun zonden zal wegnemen.
Vers 25a: Geheimenis, niet eigen wijsheid maar Gods wijsheid
Vers 25 begint met “want”, dat betekent dat Paulus dit vers verbindt aan wat hij hiervoor gezegd heeft. In de voorgaande verzen (18-24) schreef hij over de olijfboom en de takken. De heidengelovigen zouden zich niet moeten verheffen boven Israël; de natuurlijke takken. Iemand die wijs is in eigen ogen (eigenwijs) denkt misschien dat God Zijn volk Israël heeft vervangen door de kerk.
Maar God heeft in Zijn wijsheid iets anders op het oog. Paulus noemt het een geheimenis (mysterion). Daarmee bedoelt hij een waarheid die in voorgaande eeuwen, onder het Oude Verbond, nog verborgen was. Het plan was er van voor de grondlegging der wereld. Maar het was nog niet geopenbaard, zoals Paulus het nu kan openbaren aan de gelovigen. Zie bijvoorbeeld Romeinen 16:25 en Efeze 3:9. Om dit geheimenis te begrijpen, heb je Gods wijsheid nodig. Paulus spreekt hier ook over in 1 Korinthe:
1 Korinthe 2:7
Wij spreken echter de wijsheid van God, als een geheimenis; een wijsheid die verborgen was en die God vóór alle eeuwen voorbestemd heeft tot onze heerlijkheid;
Het is de wijsheid van God om de struikeling van Israël te gebruiken als gelegenheid om de heidenen het geloof aan te bieden. De verharding over Israël geeft de heidenen de kans om binnen te gaan in het koninkrijk en deel te krijgen aan het Nieuwe Verbond.
In de Kolossenzenbrief zegt Paulus:
Kolossenzen 1:25-27
25 Daarvan [van de gemeente] ben ik een dienaar geworden, overeenkomstig de taak in de dienst van God, die mij met het oog op u gegeven is om het Woord van God te vervullen,
26 namelijk het geheimenis, dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest, maar nu geopenbaard is aan Zijn heiligen.
27 Aan hen heeft God willen bekendmaken wat de rijkdom is van de heerlijkheid van dit geheimenis onder de heidenen: Christus onder u, de hoop op de heerlijkheid.
In voorgaande eeuwen was het verborgen dat God de heidenen zou roepen. “Christus onder u”: de Messias is ook de Redder van de heidenen. Lees ook Efeze 3:2-9 waar Paulus hetzelfde beschrijft. In de Efezebrief zien we ook dat Jood en heiden, in de gemeente, samen één lichaam vormen, één woning voor God in de Geest (Efeze 2:11-22). Dat was niet alleen verborgen maar ondenkbaar onder het Oude Verbond. Omdat de Joden daar apart gezet waren van de heidenen.
Vers 25b: Verharding over Israël en de volheid van de heidenen
De verharding over Israël is gedeeltelijk en zal tot een einde komen. Wanneer? Er komt een moment waarop de gemeente uit de heidenen compleet is. Dan zijn alle gelovigen uit de volken het koninkrijk binnengegaan. Dat is de volheid van de heidenen. Daarna worden de rollen weer omgedraaid. Dan zal de Verlosser komen en zal Israël zalig worden.
De verharding over Israël is dus op twee manieren gedeeltelijk. We hebben al gezien dat er altijd een overblijfsel was in het natuurlijke Israël wat de Heere wel trouw was. Paulus noemde zichzelf als voorbeeld in Romeinen 11:1. Hij is zelf een Israëliet en hij hoorde niet bij het verharde deel. Daarnaast is de verharding gedeeltelijk omdat het tijdelijk is. Er komt een moment waarop God de bedekking zal wegnemen en heel Israël zalig zal worden.
Verzen 26 en 27: Zo zal heel Israël zalig worden
Vers 26 begint met: En zo zal heel Israël zalig worden. Dat betekent: op deze manier zal Israël zalig worden. Zoals Paulus heeft uitgelegd in deze hoofdstukken. Via de weg en de volgorde die God heeft bepaald. Nadat de volheid van de heidenen zal zijn ingegaan, neemt God de bedekking van Israël weg en zullen zij vol worden. In vers 12 keek Paulus al vooruit naar dat moment:
Romeinen 11:12
Als dan hun val voor de wereld rijkdom betekent en hun verlies rijkdom voor de heidenen, hoeveel te meer hun volheid!.
Paulus voegt twee citaten toe uit Jesaja (27:9 en 59:20). Hij heeft geprofeteerd over de toekomstige bekering van Israël. Jesaja 27 gaat over de verlossing van Israël en de profeet spreekt vier keer over “Op die dag”. Hij wijst naar een dag in de toekomst waarop Jakob wortel zal schieten en Israël zal bloeien en groeien. Jesaja 59 is een somber hoofdstuk over de vele ongerechtigheden van het volk. Maar de volgende belofte klinkt aan het eind van het hoofdstuk:
Jesaja 59:20
En naar Sion zal een Verlosser komen voor wie zich in Jakob van overtreding bekeren, spreekt de HEERE.
Romeinen 11:28-32: Geliefd vanwege de vaderen
28 Zij zijn weliswaar wat het Evangelie betreft vijanden vanwege u, maar wat de verkiezing betreft geliefden vanwege de vaderen.
29 Want de genadegaven en de roeping van God zijn onberouwelijk.
30 Zoals ook u immers voorheen God ongehoorzaam was, maar nu ontferming verkregen hebt door hun ongehoorzaamheid,
31 zo zijn ook zij nu ongehoorzaam geworden, opdat ook zij door de ontferming die u bewezen is, ontferming zouden verkrijgen.
32 Want God heeft hen allen in hun ongehoorzaamheid opgesloten om Zich over allen te ontfermen.
Paulus herhaalt hier nog een keer de volgorde van Gods plan. Vast staat dat God geen spijt heeft van de roeping en verkiezing van Zijn volk. Hij houdt van hen, daar heeft hun ongehoorzaamheid niets aan veranderd. Door hun ongehoorzaamheid hebben wij deel gekregen aan Gods barmhartigheid (vers 30). Terwijl wij vroeger ongehoorzaam waren. Onze ontferming heeft gevolgen voor Israël. Hoe speelt Gods ontferming over ons een rol in hun ontferming? Gods barmhartigheid bewezen aan de heidenen, zal hen tot jaloersheid wekken. En langs die weg leiden tot hun ontferming.
Romeinen 11:11
Ik zeg dan: Zijn zij soms gestruikeld met de bedoeling dat zij vallen zouden? Volstrekt niet! Door hun val echter is de zaligheid tot de heidenen gekomen om hen tot jaloersheid te verwekken.
Zie ook Romeinen 11:14 en 10:19. Laten wij onze oprechte zorg en liefde voor Israël blijken?. Juist in deze tijd, waarin de haat tegen Israël groeit is dat belangrijk. Zodat wij de barmhartigheid die we zelf ontvangen hebben, aan hen laten zien. En er met Paulus naar verlangen dat ze “jaloers” worden en nieuwsgierig naar Jezus, Die ook hun Messias is.
Vers 32: Leert Paulus met dit vers verzoening voor allen?
In vers 32 staat twee keer allen. God heeft hen allen opgesloten onder de ongehoorzaamheid om Zich over allen te ontfermen. Dit vers wordt soms gebruikt om te leren dat God uiteindelijk iedereen zal redden (leer van alverzoening). Bedoelt Paulus hier alle Israëlieten of zelfs alle mensen? Hij kan niet alle Israëlieten stuk voor stuk bedoelen. Zij zijn immers niet allemaal ongehoorzaam geweest. Er waren in Paulus’ tijd veel Joden die tot geloof kwamen, ook toen de meerderheid verhard was. Paulus bedoelt met allen dus niet elk individu maar de meerderheid. Zoals de Israëlieten in meerderheid Jezus als Messias hebben afgewezen en slechts een overblijfsel in Hem geloofde. Zo zal in de toekomst niet slechts een overblijfsel maar de meerderheid van Israël gehoorzaam zijn.
Romeinen 11:33-36: Rijkdom van Gods plan
33 O, diepte van rijkdom, zowel van wijsheid als van kennis van God, hoe ondoorgrondelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen!
34 Want wie heeft de gedachten van de Heere gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest?
35 Of wie heeft Hem eerst iets gegeven en het zal hem vergolden worden?
36 Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.
Paulus sluit deze hoofdstukken af met een doxologie; een lied van aanbidding. Het plan van God om zowel Joden als heidenen te verlossen en de manier waarop vervult hem met verwondering. Wat een wijsheid van God om de verharding van Israël te gebruiken om het evangelie eerst naar de heidenen te brengen. En daarna alsnog de belofte aan Israël te vervullen. Wij konden dit met onze eigen wijsheid niet bedenken.
Vers 33: Gods oordelen en wegen
Gods oordelen zijn ondoorgrondelijk en zijn wegen niet na te speuren. We kunnen ze niet zelf bedenken, ze moeten ons geopenbaard worden. We hoeven bij oordelen niet te denken aan iets negatiefs zoals straf. De NBG51 vertaalt met beschikkingen. Het gaat om Gods ordening, Zijn beslissingen kunnen wij niet narekenen. En Zijn wegen niet uitvinden. Paulus heeft ongetwijfeld ook gedacht aan Jesaja 55 waar de Heer zegt:
Jesaja 55:8 en 9
8 Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE.
9 Want zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen en Mijn gedachten dan uw gedachten.
In de eerste Korinthebrief schrijft Paulus ook over de wijsheid van God, het geheimenis en ons onvermogen om dit zelf uit te vinden. Daar citeert hij uit Jesaja 64:4. Hoewel het in geen mensenhart opgekomen is, heeft God het ons door Zijn Geest geopenbaard:
1 Korinthe 2:7-10
7 Wij spreken echter de wijsheid van God, als een geheimenis; een wijsheid die verborgen was en die God vóór alle eeuwen voorbestemd heeft tot onze heerlijkheid;
8 een wijsheid die niemand van de leiders van deze wereld gekend heeft. Immers, als zij die gekend hadden, zouden zij de Heere der heerlijkheid niet gekruisigd hebben.
9 Maar het is zoals geschreven staat: Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben.
10 Aan ons echter heeft God het geopenbaard door Zijn Geest. De Geest immers onderzoekt alle dingen, zelfs de diepten van God.
Verzen 34 en 35: Citaten uit Jesaja en Job die de grootheid van God laten zien
Deze verzen zijn een toelichting op vers 33. Paulus citeert uit Jesaja 40:13 en Job 41:2. Hij stelt retorische vragen; wie is zoals God? De vragen laten zien hoe ontzagwekkend God is. Niemand heeft Zijn plannen gekend, niemand heeft Hem raad gegeven. Hij is niet afhankelijk van onze gaven, zodat Hij verplicht zou zijn om ons iets terug te geven. Alles wat Hij aan ons geeft, is volledig vrijwillig. Vanuit Zijn liefde en genade geeft Hij ons terwijl wij het niet verdienen.
Vers 36: God is oorsprong, middel en doel van alle dingen
Tenslotte roept Paulus uit dat alle dingen uit Hem en door Hem en tot Hem zijn. God is de oorsprong van alle dingen, Hij is de Schepper van alles. Maar ook alle dingen worden door Hem in stand gehouden. En Hij is het doel van alle dingen. De schepping is er en wordt in stand gehouden met God Zelf als doel. In 1 Korinthe 15:28 staat dat uiteindelijk alles aan God onderworpen zal zijn en Hij “Alles in allen” zal zijn. Alles is gericht op de uiteindelijke eer en glorie van God.
Tot slot
In dit laatste gedeelte van hoofdstuk 11 heeft Paulus verteld over de gedeeltelijke verharding over Israël. Over de volheid van de heidenen en het moment waarop de verharding over Israël zal eindigen. De roeping van de gemeente uit de heidenen was een geheimenis.
De aanbidding waarmee Paulus eindigt, sluit tevens zijn hele leerstellige betoog af. Vanaf hoofdstuk 12 gaat hij praktische adviezen geven. In de volgende studie starten we met dat praktische deel van de Romeinenbrief: Inleiding op de hoofdstukken 12 tot en met 16
Kijk hier voor alle studies van Romeinen die online staan: Blog Romeinenbrief
Dankjewel Jolande….heerlijk om dit opnieuw te lezen, Gods trouw en liefde zijn onberouwelijk, voor Israël, maar ook voor ons….liefs anja
Dankjewel Anja 😊