Hoe lieflijk zijn de voeten: Rom.10:14-21

Inleiding

We zijn nog middenin de hoofdstukken 9, 10 en 11 waar Paulus de plaats van Israël in Gods plan aan de orde stelt. In het eerste deel van Romeinen 10 lazen we dat veel Israëlieten zich niet aan de gerechtigheid van God hebben onderworpen. Zij bleven proberen om door de wet gerechtvaardigd te worden. Maar inmiddels is het einddoel van de wet gekomen: Christus. Ze zouden in Hem moeten geloven en Hem aanroepen.

We eindigden de vorige studie met vers 13 waar Paulus citeert uit Joël: Ieder die de Naam van de Heer zal aanroepen, zal zalig worden. Dat geldt niet alleen voor Israëlieten, maar ook voor heidenen. Alle mensen kunnen de Naam van de Heer aanroepen om gered te worden. Daarom wordt het evangelie gepredikt.

Dat brengt Paulus op dit tweede, praktische gedeelte in Romeinen 10. Om gered te worden, hoef je alleen de Naam van de Here Jezus aan te roepen. Waarom doet niet iedereen dat? Paulus noemt een aantal redenen die mensen als excuus zouden kunnen gebruiken. Vragen zoals: heeft God wel iemand gestuurd? Hebben ze het evangelie wel gehoord? Hebben ze de kans gekregen om het te begrijpen?

Lees meer