Zijn de boeken van het Nieuwe Testament betrouwbaar?

12 minuten lezen

Inleiding

Het Nieuwe Testament is een verzameling van 27 boeken. Deze boeken hebben sinds de eerste eeuwen gezag in de kerk. In een eerder blog (Gezag van het Nieuwe Testament) heb ik laten zien hoe de Bijbel zelf argumenten geeft voor het gezag. In dat blog ga ik er van uit dat de boeken van het Nieuwe Testament betrouwbaar zijn. Dat wordt niet algemeen en door iedereen geaccepteerd. Daarom zal ik in deze studie argumenten geven voor de betrouwbaarheid van de overgeleverde teksten.

Waarom is er twijfel over de betrouwbaarheid van het Nieuwe Testament?

Wantrouwen tegenover de boeken van het Nieuwe Testament (in vervolg afgekort tot NT) heeft met de volgende twee punten te maken:

  • Ten eerste is er een tijdsperiode geweest tussen de gebeurtenissen en het opschrijven daarvan in de Evangeliën en Handelingen. Is de geschiedenis wel goed overgeleverd voordat het opgeschreven werd?
  • Ten tweede is er de kloof tussen de eerste documenten, de autografen, die niet bewaard zijn gebleven en de manuscripten die wij wel hebben. Zijn er fouten gemaakt bij het overschrijven, of zijn er bewust dingen veranderd? Kortom zijn onze teksten wel dezelfde als de oorspronkelijke?

Kloof in tijd

We gaan eerst kijken of de tijd tussen de gebeurtenissen en het opschrijven ervan de betrouwbaarheid heeft aangetast. Sommige mensen gaan er van uit dat de verhalen over Jezus generaties lang zijn doorverteld voordat ze werden opgeschreven. Uiteindelijk werden ze opgeschreven door mensen die lang na de gebeurtenissen leefden. Zij kenden de verhalen alleen uit overlevering is dan de gedachte. Maar als we eerlijk naar de gegevens kijken die we hebben, dan komt een ander beeld naar voren. Het opschrijven is gebeurd in dezelfde generatie en met informatie van ooggetuigen van de gebeurtenissen. We zullen achtereenvolgens kijken naar:

  • Wanneer de boeken van het NT zijn geschreven, leefden de ooggetuigen nog?
  • Het boek Handelingen als bewijs voor een vroege datering;
  • De brieven en oudere tekst binnen de brieven die ons nog dichter bij het begin van het christendom brengen.

Geschreven tussen 50 en 100 na Christus

Hoe groot is de kloof tussen de gebeurtenissen en het opschrijven ervan? Vriend en vijand zijn het erover eens dat de boeken van het NT in de tweede helft van de eerste eeuw zijn ontstaan. Markus wordt vaak als het oudste Evangelie gezien en wordt gedateerd tussen 60 en 70 na Christus. Dat is zo’n dertig jaar na de dood en opstanding van de Here Jezus. Volgens Papias (een kerkvader uit de 2de eeuw) was Markus de tolk en metgezel van Petrus. Hij was dus zelf geen ooggetuige, maar schreef het Evangelie op zoals het door Petrus werd verteld (bron: Eusebius Kerkgeschiedenis).

Lukas was ook geen ooggetuige, maar schrijft in zijn proloog van het Evangelie dat hij zijn informatie van ooggetuigen heeft. In mijn blog: Gezag van het Nieuwe Testament laat ik zien hoeveel nadruk de schrijvers van het NT zelf leggen op het feit dat zij (oog)getuigen aan het woord laten.

Voor ons lijkt een kloof van 30 jaar lang maar het is nog steeds binnen de generatie die de gebeurtenissen zelf hadden meegemaakt. De ooggetuigen waren nog in leven. Bovendien beschrijven de evangelisten geen alledaagse gebeurtenissen, waarvan de herinnering snel vervaagt. Gebeurtenissen die grote indruk maken, zijn in ons geheugen gegrift. Als je oud genoeg bent, herinner je je de aanslag op de Twin Towers, 22 jaar geleden, nog als de dag van gisteren. En mensen die het meegemaakt hebben, kunnen daar geloofwaardig van getuigen.

Het boek Handelingen

Het boek Handelingen kan ons helpen om de Evangeliën nauwkeuriger te dateren. Lukas schreef zowel een Evangelie als het boek Handelingen. In beide boeken geeft hij veel historische data die we kunnen leggen naast de ongewijde geschiedenis. Maar juist wat hij in Handelingen niet noemt, is een belangrijke aanwijzing voor de datering. Omdat Lukas zoveel historische feiten noemt, is het opvallend wat hij niet noemt. De meest voor de hand liggende verklaring is dat deze dingen nog niet waren gebeurd toen hij zijn boek schreef.

Handelingen eindigt met een tweejarige gevangenschap van Paulus in Rome. Dat wordt gedateerd rond het jaar 61-62. Wat Lukas niet noemt in Handelingen:

  • De dood van Paulus. Hij is nog op vrije voeten geweest en opnieuw gearresteerd en door Nero ter dood gebracht, tussen 63 en 67;
  • De dood van Petrus, ook tijdens de christenvervolging van Nero tussen 64 en 68;
  • De dood van Jakobus, de broer van de Here Jezus. Dankzij Flavius Josephus, een Joodse geschiedschrijver uit de eerste eeuw, kunnen we dat nauwkeurig dateren in het jaar 62 (bron Wikipedia);
  • De verwoesting van Jeruzalem door Titus in het jaar 70.

Dat betekent dat Lukas zijn boek Handelingen in 62 had afgerond. Hij verwijst in de inleiding van Handelingen naar zijn eerste boek. Dat is het Evangelie van Lukas, wat hij vóór Handelingen schreef. In de inleiding van zijn Evangelie wijst hij op bronnen, andere verslagen over het leven van Jezus, die hij nauwkeurig heeft onderzocht. We weten zeker dat Lukas in ieder geval gebruik heeft gemaakt van het Evangelie van Markus. Dat moet er al geweest zijn. Het maakt een vroege datering van het Evangelie van Markus, rond of vóór het jaar 60, aannemelijk.

De brieven en oudere fragmenten in de brieven

De brieven zijn eerder geschreven dan de Evangeliën. De oudste brief van Paulus (1 Thessalonicenzen) dateert men rond het jaar 50. In de brieven vinden we alle historische claims van het christelijk geloof zoals de dood en opstanding van de Here Jezus.

Maar we kunnen nog verder terug dan de jaren 50 van de eerste eeuw. Sommige brieven bevatten fragmenten tekst die ouder zijn. De schrijver citeert dan een korte belijdenis of lied wat al door gelovigen gebruikt werd. We herkennen deze passages omdat de tekst afwijkt van de rest van de brief, of omdat de vorm afwijkt. Het leest als een gedicht of lied.

In enkele gevallen zegt de schrijver zelf dat hij iets doorgeeft wat hij van anderen ontvangen heeft. Paulus doet dit in de eerste Korinthebrief twee keer. De tweede keer is in 1 Korinthe 15 waar hij schrijft wat hij ontvangen heeft over de dood en opstanding van Christus en de verschijningen na Zijn opstanding:

1 Korinthe 15:3-8
3 Want ik heb u ten eerste overgeleverd wat ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften,
4 en dat Hij begraven is, en dat Hij opgewekt is op de derde dag, overeenkomstig de Schriften,
5 en dat Hij verschenen is aan Kefas, daarna aan de twaalf.
6 Daarna is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie de meesten nu nog in leven zijn, maar sommigen ook zijn ontslapen.
7 Daarna is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan alle apostelen.
8 En als laatste van allen is Hij ook aan mij verschenen, als aan de ontijdig geborene.

Van wie en wanneer heeft Paulus dit ontvangen? Omdat hij Kefas (Petrus) en Jakobus met name noemt (verzen 5 en 7), is de kans groot dat hij deze overlevering van hen heeft ontvangen. Drie jaar na zijn bekering heeft hij hen opzocht in Jeruzalem. Hij schrijft in de Galatenbrief:

Galaten 1:18-19
18 Daarna, drie jaar later, ging ik naar Jeruzalem om Petrus te bezoeken, en ik bleef vijftien dagen bij hem.
19 En ik heb niemand anders van de apostelen gezien; alleen Jakobus, de broer van de Heere.

De bekering van Paulus was tussen 32-34 na Christus. Dat betekent dat hij deze overlevering van Petrus en Jakobus heeft ontvangen rond het jaar 37.

Andere oude geloofsbelijdenissen in de brieven van het NT zijn belangrijk omdat ze de godheid van Jezus Christus benadrukken. Paulus noemt er bijvoorbeeld één in zijn brief aan Timotheüs:

1 Timotheüs 3:16
En buiten alle twijfel, groot is het geheimenis van de godsvrucht:
Die is geopenbaard in het vlees,
is gerechtvaardigd in de Geest,
is verschenen aan de engelen,
is gepredikt onder de heidenen,
is geloofd in de wereld,
is opgenomen in heerlijkheid.

In de eerste brief van Petrus wordt ook een geloofsbelijdenis herkend:

1 Petrus 3:18
Want ook Christus heeft eenmaal voor de zonden geleden,
Hij, Die rechtvaardig was, voor onrechtvaardigen,
opdat Hij ons tot God zou brengen.
Hij is wel ter dood gebracht in het vlees, maar levend gemaakt door de Geest,

Andere oude fragmenten tekst die de apostelen doorgeven in hun brieven: Filippenzen 2:6-11, Kolossenzen1:15-18, 1 Johannes 4:2.

Hoe zit het met de manuscripten?

Wat kunnen we zeggen over de tweede kloof? Ook als het om de manuscripten gaat, zit er een kloof tussen de oorspronkelijke documenten en de kopieën waar onze Bijbel op is gebaseerd.

Vergelijking met andere oude geschriften

In vergelijking met andere historische werken uit de oudheid is er veel meer en veel ouder materiaal van de Bijbel dan van welk ander historisch werk ook. Bijvoorbeeld de tekst van de Historiën van Tacitus, een belangrijke geschiedschrijver uit de vroege tweede eeuw, is gebaseerd op slechts twee manuscripten. Eén stamt uit de 9de en de andere uit de 11de eeuw. Dat betekent een kloof van 700 jaar. (bron Historyofinformation) Als we dat vergelijken:

  • Tacitus schreef in de 2de eeuw en wij hebben zijn tekst via twee manuscripten met een kloof in de tijd van 700 jaar.
  • Het NT werd geschreven in de 1ste eeuw, wij hebben meer dan 5000 Griekse manuscripten van (delen van) het NT, waarvan het oudste fragment 80 jaar verwijderd is van het originele document.

Het goede nieuws is dus dat we een overweldigend aantal manuscripten hebben van het NT, waaronder zeer oude. Dit brengt wel het probleem met zich mee dat er veel kleine verschillen zijn tussen al die manuscripten. Ze zijn immers eeuwenlang met de hand overgeschreven. Die verschillen noemen we varianten en ze zijn in de meeste gevallen geen probleem. Het zijn bijvoorbeeld verschillen in woordvolgorde of spellingfouten. Zelfs de varianten die belangrijk zijn, hebben geen consequenties voor de kern van de christelijke leer.

Tekstkritiek is in de Bijbelwetenschap de aanduiding voor het onderzoek naar de meest oorspronkelijke tekst. Welke variant is het meest waarschijnlijk origineel in een tekst waar meerdere varianten voor zijn. Als je hier meer over wilt lezen is dit een goede start: Tekstkritiek van de Bijbel.
Tekstkritiek is overigens geen kritiek op de Schrift, maar helpt juist om de beste tekst voor onze Bijbelvertalingen te vinden.

Oudste fragment

Het oudste fragment van het NT is een klein stukje papyrus, bekend als Papyrus 52. Het bevat een deel van het Evangelie van Johannes en dateert uit de eerste helft van de tweede eeuw na Christus (125 na Christus). Het fragment bevat een aantal verzen uit Johannes 18:31-33 en aan de achterkant 18:37-38. Het wordt bewaard in de John Rylands Library in Manchester, Engeland (Bron: Wikipedia).

Tweede en derde eeuw

Er zijn meer papyri uit de tweede en derde eeuw die gedeelten van het NT bevatten. Gezamenlijk omvatten ze het hele NT. Een paar voorbeelden:
Papyrus 46 wordt gedateerd tussen 175-225 na Christus en bevat de brieven van Paulus;
Papyrus 45 (250 na Christus) met de evangeliën en Handelingen;
Papyrus 47 (250 na Christus) met delen van Openbaring;
Papyrus 72 (300 na Christus) bevat de twee brieven van Petrus en de brief van Judas.

In totaal zijn er 139 papyri van het NT bekend (zie hier voor een volledig overzicht).

Vierde eeuw

De oudste complete manuscripten van het NT, met alle boeken die wij nu nog steeds in onze Bijbel hebben, stammen uit de vierde eeuw. De Codex Sinaïticus (330-350 AD), die in de British Library in Londen wordt bewaard. En de Codex Vaticanus (325-350 AD), bewaard in de bibliotheek van het Vaticaan.

Deze manuscripten noemen we uncialen of majuskels, ze zijn met hoofdletters geschreven op perkament of papier. We hebben meer dan 300 uncialen uit de 4de tot de 11de eeuw. Vanaf de 9de eeuw ging men in een doorlopend handschrift met kleine letters schrijven. Die manuscripten noemen we minuskels. Van de 9de eeuw tot de 15de eeuw zijn er bijna 3000 minuskelhandschriften met het NT bekend.

Oude vertalingen en kerkvaders

Daarnaast is er nog het getuigenis van oude vertalingen en de citaten van de kerkvaders. Beiden zijn vroege bronnen die de tekst van het NT bevestigen.

Vanaf de tweede eeuw na Christus werd de Griekse tekst van het NT vertaald in het Latijn, Syrisch, Koptisch, Armeens, en nog meer andere oude talen. Deze vertalingen geven een goede indruk hoe de oorspronkelijke Griekse tekst er uit heeft gezien. Daarnaast zijn er vanaf de tweede eeuw Bijbelcitaten in brieven en commentaren van de apostolische vaders, mensen die de apostelen nog gekend hebben. En kerkvaders, in de generaties daarna, die de Bijbel citeren in hun eigen werken.

Deze vertalingen en citaten laten zien dat de tekst van het NT vaststond vanaf het begin. Afgezien van de vele kleine varianten die er in de verschillende tekst tradities te zien zijn, is de tekst in grote lijnen vanaf de eerste manuscripten hetzelfde gebleven.

Conclusie

Kloof in de tijd:

We hebben gezien dat de tijd tussen de gebeurtenissen en het opschrijven ervan voor de Evangeliën zo’n 30 jaar is. Dat is kort genoeg om te weten dat we met het verhaal van ooggetuigen te maken hebben. Het boek Handelingen bevestigt een vroege datering van de Evangeliën. De brieven zijn nog ouder. De eerste brieven zijn 20 jaar na de gebeurtenissen geschreven. En in de brieven vinden we nog oudere fragmenten. Geloofsbelijdenissen waar de kernwaarheden van het christelijk geloof in dichtvorm zijn vastgelegd en die teruggaan naar de beginjaren van het christendom.

Kloof tussen de autografen en onze manuscripten

De kloof tussen de originele teksten van de apostelen en de teksten die wij hebben is klein als we die vergelijken met andere documenten uit de oudheid. Er is bovendien een overweldigende hoeveelheid manuscripten van het NT. Hoewel de oorspronkelijke geschriften van de apostelen niet bewaard zijn gebleven, is er alle reden om te vertrouwen op de boeken die wij in het NT hebben. Op de website van het Nederlands Bijbelgenootschap lees ik deze conclusie: “Om het simpel te zeggen: in 99,9 procent van de tekst is het voor 99,9 procent zeker dat we de originele tekst nog steeds voor ons hebben. En er is geen enkel boek uit de hele oudheid waarvoor dat ook in deze sterke mate geldt!”

Subscribe
Abonneren op
guest

12 Reacties
oudste
nieuwste
Inline Feedbacks
View all comments
Jaap
8 maanden geleden

Mooi apologetisch artikel. Helder!

Anja Bezemer
Anja Bezemer
8 maanden geleden

Heel mooi, Jolande….wel in 2x gelezen????zo goed om dit te weten.
Ga ik zeker nog een keer lezen!!!
Lieve groet Anja

Raymond
Raymond
8 maanden geleden

Hallo Jolande, Goed stukje, mooie studie. Ik ben het met je eens dat Gods Woord de hele Bijbel is en dat hetgeen wat wij hebben hetgeen is wat Hij wilde dat wij hebben. Er is meer dan genoeg informatie in de Bijbel aanwezig om een keuze te maken om eeuwig met Hem te leven, (of niet). Er van uitgaande dat (in ieder geval op een dag) een ieder geen andere leraar meer nodig heeft om Zijn HELE Woord te begrijpen. Ik zeg expres Zijn hele Woord omdat wij mensen niet altijd beseffen dat Hij en Zijn Woord 1 zijn en… Lees verder »

Raymond
Raymond
8 maanden geleden
Reply to  Jolande

Goedemorgen Jolande, sorry als ik niet duidelijk was. Ik had het in deze ook over Hebreeuwse geschriften van het zogenaamde NT. Behalve dat de Bijbel in 1ste instantie is geschreven door Hebreeuwse schrijvers, voor Hebreeuwse lezers in een Hebreeuws land, is de informatie welke je krijgt als je de Hebreeuwse cultuur , tijd en taal zo veel meer als de Griekse vertalingen. Het oude testament is ook voornamelijk in het Grieks teruggevonden (septuagint) toch vond men het toendertijd niet aannemelijk dat de orginele teksten anders waren dan Hebreeuws. Zo weet ik uit 1ste hand dat oa het Vaticaan legio Hebreeuwse… Lees verder »

Christiaan
Christiaan
8 maanden geleden

Heldere en nuttige uiteenzetting.
Momenteel ben ik bezig met studie n.a.v. een gedeelte uit het Lucas evangelie. Jouw artikel helpt me hier absoluut bij. Dank

Doortje
Doortje
8 maanden geleden

Knap overzichtelijk uiteengezet! Dankjewel!

12
0
Ben benieuwd naar jouw mening, reageer gerust!x