Het leven door de Geest (3): Rom.8:12-17

11 minuten lezen

Inleiding

Leven door de Geest. Hoe doe je dat? In de vorige studie hebben we gezien dat we ons denken en onze gezindheid kunnen richten op God en op de geestelijke dingen. Omdat de Heilige Geest in ons woont, kunnen we “wandelen” naar de Geest. Dankzij de Geest kunnen we in een nieuw leven wandelen!

We zijn nog steeds in de eerste perikoop van hoofdstuk 8. In deze studie bespreken we de laatste zes verzen van dit gedeelte waarboven stond: “Het leven door de Geest”. In deze verzen introduceert Paulus een belangrijk nieuw onderwerp. Namelijk dat allen die zich laten leiden door de Heilige Geest, zonen van God zijn. Dat zoonschap is het onderwerp van de rest van hoofdstuk 8. Het is ook de schakel tussen hoofdstuk 8 en de hoofdstukken 9, 10 en 11.

Opbouw van deze studie

Ik zal in deze studie veel aandacht besteden aan vers 15 omdat Paulus daar het zoonschap naar voren brengt. Helaas draagt de vertaling van dit gedeelte in de Herziene Statenvertaling niet bij aan de helderheid. Daarom zal ik soms een andere vertaling geven.

  • De verzen 12 en 13 herhalen wat Paulus al in hoofdstuk 6 heeft gezegd. We zullen daar niet te lang bij stilstaan.
  • Vers 14 voegt een nieuwe belofte toe. Als we door de Geest geleid worden, dan zijn we zonen van God.
  • In vers 15 spreekt Paulus over onze aanneming tot kinderen. De vertaling kan beter. Niet aanneming tot kinderen, maar aanstelling tot zonen. Over dit vers is veel te zeggen:
    • Paulus spreekt in dit vers over het Oude en Nieuwe Verbond
    • Hij benoemt de aanstelling tot zonen
    • En we zullen stil staan bij de uitroep “Abba, Vader”
  • In de verzen 16 en 17 maakt Paulus duidelijk dat het zoonschap betekent dat we erfgenamen zijn.

Verzen 12-13: Vlees en Geest

12 Welnu, broeders, wij zijn aan het vlees niet verplicht om naar het vlees te leven.
13 Want als u naar het vlees leeft, zult u sterven. Als u echter door de Geest de daden van het lichaam doodt, zult u leven.

Leven naar het vlees

Vers 12 zegt in grote lijnen hetzelfde als wat Paulus zei in hoofdstuk 6. Daar heeft hij uitgelegd dat wij niet langer de zonde hoeven te dienen. We zijn niet langer slaaf van de zonde en hoeven onze leden (lichaamsdelen) niet beschikbaar te stellen aan de wetteloosheid (Romeinen 6:17).

Leven door de Geest

Ook vers 13 heeft parallellen in hoofdstuk 6. Het loon op de zonde is de dood lazen we in Romeinen 6:23. Maar hier staat dat we door de Geest de daden van het lichaam kunnen doden. Hoe ziet het eruit om door de Geest de daden van het lichaam te doden? Dat legt Paulus hier niet uit, maar we lezen erover in de Kolossenzenbrief. Het gaat erom dat we de oude mens afleggen en de nieuwe mens aandoen:

Kolossenzen 3:5-10
5 Dood dan uw leden die op de aarde zijn: ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte, en de hebzucht, die afgoderij is.
6 Door deze dingen komt de toorn van God over de ongehoorzamen.
7 In deze dingen hebt ook u voorheen gewandeld, toen u in die dingen leefde.
8 Maar nu, legt ook u dit alles af, [namelijk] toorn, woede, slechtheid, laster, [en] schandelijke taal uit uw mond.
9 Lieg niet tegen elkaar, aangezien u de oude mens met zijn daden uitgetrokken hebt,
10 en de nieuwe [mens] aangetrokken hebt, die vernieuwd wordt tot kennis, overeenkomstig het beeld van Hem Die hem geschapen heeft.

In de Romeinenbrief leren we dat we daar de leiding van de Heilige Geest voor nodig hebben. De Geest helpt ons om de oude mens af te leggen en de nieuwe mens aan te doen.

Vers 14: Zonen van God

14 Immers, zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God.

Geleid worden door de Heilige Geest

Vers 13 liet ons twee manieren van leven zien. Of je leeft naar het vlees, wat eindigt in de dood. Of je doodt door de Geest de daden van je oude mens en leeft. Dan laat je je leiden door de Geest. En als je naar de Geest leeft, ben je een kind van God.

Kinderen en Zonen van God

In de grondtekst staat in vers 14 het woord voor zoon: υἱός (huios = zoon). In vers 16 en 17 gebruikt Paulus het woord τέκνον (teknon = kind). Hij maakt dus onderscheid tussen kinderen en zonen. Iedere gelovige is een kind van God. Maar als een kind volwassen wordt, is hij een zoon en daarmee ook erfgenaam. Allen die zich laten leiden door de Geest van God, die zijn niet alleen kinderen van God, maar ook zonen en dus erfgenamen van God. Dat staat in vers 17 en ik kom daar nog op terug.

Vers 15: Aanstelling tot zonen

15 Want u hebt niet [de] Geest van slavernij ontvangen, [die] opnieuw tot angst [leidt,] maar u hebt de Geest van aanneming tot kinderen ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader!

In de Herziene Statenvertaling van vers 15 blijven helaas een paar belangrijke aspecten onderbelicht. Dit is een vertaling die dichter aansluit bij de grondtekst:

15 Want u hebt niet [de] Geest van dienstbaarheid ontvangen, [die] opnieuw tot angst [leidt,] maar u hebt de Geest van zoonstelling ontvangen, door Wie wij roepen: Abba, Vader!

De betekenis van deze tekst is zo groot dat ik er uitgebreid bij stil sta. Ten eerste zal ik laten zien dat Paulus in deze tekst het Oude en Nieuwe Verbond tegenover elkaar zet. Vervolgens zegt hij dat wij door de Geest deel krijgen aan een belofte die al onder het Oude Verbond was beloofd aan Israël: namelijk de aanstelling tot zonen. Tenslotte zal ik stilstaan bij de uitroep Abba, Vader.

Oude en Nieuwe Verbond in deze tekst

Paulus stelt in vers 15a de Geest van dienstbaarheid tegenover de Geest van zoonstelling. Het is het verschil tussen het dienen van God onder de wet en dienen van God onder de genade. Met de Geest van dienstbaarheid bedoelt Paulus het Oude Verbond. Hij verwijst naar wat er gebeurde toen de wet gegeven werd op de Sinaï. Het volk was zo bevreesd dat ze tegen Mozes zeiden: Spreekt ú met ons, dan zullen wij luisteren, maar laat God niet met ons spreken, anders sterven wij (Exodus 20:19). Het aanbreken van het Oude Verbond ging gepaard met angst. Maar wij ontvangen nu de Geest die niet opnieuw tot angst leidt maar tot het roepen van Abba, Vader. Wij hoeven niet bang te zijn van God maar mogen Hem Vader noemen.

Aanstelling tot zonen

“Aanneming tot kinderen” is in het Grieks maar één woord: υἱοθεσία (houiotesia). Letterlijk vertaald is het “zoonstelling”, aanstelling tot zoon. Onder het Oude Verbond was Israël de zoon van God. In Exodus geeft de HEERE de volgende instructie aan Mozes:

Exodus 4:22-23a
22 Dan moet u tegen de farao zeggen: Zo zegt de HEERE: Mijn zoon, Mijn eerstgeborene, is Israël.
23 Daarom zeg Ik tegen u: Laat Mijn zoon gaan, zodat hij Mij kan dienen.

In Deuteronomium vinden we meerdere verwijzingen naar Israël als Gods zoon. Bijvoorbeeld:

Deuteronomium 8:5
Weet dan in uw hart dat de HEERE, uw God, u gehoorzaamheid bijbrengt zoals een man zijn zoon gehoorzaamheid bijbrengt,

Maar we zien ook dat Israël zich niet als zoon van God gedroeg. Ze hielden zich niet aan het Verbond en keerden zich tot de afgoden. We lezen in Deuteronomium 32:

Deuteronomium 32:17-19
17 Zij hebben geofferd aan de demonen, niet aan God; aan goden die zij niet kenden, aan nieuwe [goden,] die kortgeleden gekomen zijn, voor wie uw vaderen niet gehuiverd hebben.
18 De Rots Die u verwekt heeft, hebt u veronachtzaamd, en u hebt de God Die u gebaard heeft, vergeten.
19 Toen de HEERE [dat] zag, verwierp Hij hen, uit toorn tegen Zijn zonen en Zijn dochters.

In hoofdstuk 9 komt Paulus hier op terug. Daar zegt hij dat die aanstelling tot zonen eigenlijk beloofd was aan Israël (Romeinen 9:4). En nu is die zoonstelling gegeven aan ieder die gelooft, ook heidenen. Paulus gebruikt de hoofdstukken 9, 10 en 11 om uit te leggen dat God tóch Zijn beloften aan Israël vervult. Hoewel de heidenen nu ook deel krijgen aan het zoonschap dankzij het Nieuwe Verbond.

Abba Vader

De uitroep Abba, Vader is belangrijk in dit verband. God verlangde ernaar om Vader genoemd te worden, ook al onder het Oude Verbond. Jeremia zegt namens God:

Jeremia 3:19 (NBG51)
Ik [de HEERE] had wel gezegd: Hoe zal Ik u onder de zonen rekenen en u een uitgezocht land geven, de allersierlijkste erve der volkeren! En Ik had gedacht, dat gij Mij zoudt noemen: Mijn Vader, en dat gij u van Mij niet zoudt afkeren,

We zagen al dat de wet leidde tot angst. En de geschiedenis van het Oude Testament leert ons dat het volk zich niet als zoon aan de Vader toevertrouwde. Maar de gelovige, Jood of heiden, die de Geest ontvangen heeft, roept God aan als Abba, Vader.

Het is een bijzondere uitroep waarin een Aramees woord (Abba) gecombineerd wordt met het Griekse woord Pater. Deze samenstelling vinden we drie keer in het Nieuwe Testament.

In de hof van Gethsémané bidt de Here Jezus, voordat Hij gevangen genomen wordt: “Abba, Vader, alle dingen zijn mogelijk voor U; neem deze drinkbeker van Mij weg, maar niet wat Ik wil, maar wat U [wilt] (Markus 14:36).

De aanspraak “Abba” is niet, zoals vaak beweerd wordt, pappa of daddy. Als we willen weten wat het Arameese “Abba” in de tijd van de Here Jezus betekende, moeten we kijken naar de Griekse vertaling die er achter staat. De uitroep is in de grondtekst: “abba, ho pater”. Pater was niet de manier waarop een klein kind zijn vader aansprak. Die gebruikte het Griekse “pappas”. Pater werd gebruikt door een volwassen zoon die een innige relatie met zijn vader heeft. Dat past in het gebed van de Here Jezus. Hij roept de Vader aan op een vertrouwelijke toon. Maar ook ondergeschikt, als Zoon die bereid is de wil van de Vader te doen.

De uitdrukking “Abba, Vader” komt nog twee keer voor in het Nieuwe Testament. Hier in Romeinen 8:15 en in Galaten 4:6.

Galaten 4:6
Nu, omdat u kinderen (zonen!) bent, heeft God de Geest van Zijn Zoon uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader!

De Zoon heeft in Zijn gebed in Gethsémané tot Abba, Vader geroepen en Zich onderworpen aan de Vader (niet wat Ik wil, maar wat U wilt). Door Zijn gehoorzaamheid, omdat Hij de beker gedronken heeft, zijn wij gerechtvaardigd (Romeinen 5:18-19). Als we geloven dan ontvangen we de Geest en mogen wij ook God als Vader aanroepen.

Verzen 16-17: We zijn erfgenamen

16 De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn.
17 En als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus; wanneer wij althans met [Hem] lijden, opdat wij ook met [Hem] verheerlijkt worden.

In Romeinen 8:15 staat dat wij roepen: Abba, Vader. In Galaten 4:6 is het de Geest in ons Die roept Abba, Vader. Dus zowel de Geest in ons, als wijzelf roepen God aan als Vader. Daarom kan Paulus zeggen dat de Geest mét onze geest getuigt dat wij kinderen van God zijn. En als we daar aan twijfelen dan staat in Romeinen 8:26 en 27 dat de Geest naar de wil van God voor de heiligen pleit.

Als we kinderen van God zijn, mogen we ook weten dat we erfgenamen zijn. Die erfenis heeft te maken met het Koninkrijk en met de heerlijkheid die in de toekomst geopenbaard zal worden. Daar gaat Paulus in het vervolg van dit hoofdstuk op in. Vers 17 noemt ook het lijden met Christus. Als we God aanroepen als Vader en Hem ook willen gehoorzamen, kan dat lijden tot gevolg hebben. Dat is lijden met Christus. Paulus zegt in het volgende vers dat het lijden van deze tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden. Daarover meer in de volgende studie.

Tot slot

Ik heb in deze studie uitgebreid stilgestaan bij vers 15, waar Paulus onze aanstelling tot zonen benoemt. Door de Geest geleid, mogen we God aanroepen als Vader. We zijn kinderen van God en erfgenamen met Christus. In het vervolg van hoofdstuk 8 gaat Paulus daar meer over vertellen. Dan leren we nog meer over de zoonstelling en over de erfenis die daarbij hoort.
De volgende studie: De eerstelingen van de Geest (1): Rom.8:18-25

Alle eerdere blogs over de Romeinenbrief zijn hier te vinden: Romeinen studies

Vragen of opmerkingen zijn altijd welkom.
Als je mijn blog volgt, krijg je een mail als er een nieuwe blog online komt.
Volg je nog niet, zoek dan de knop “volgen” en vul je e-mail adres in. Lees je dit op een computer, dan staat de knop bovenaan. Lees je op een tablet of telefoon dan staat de knop onderaan.

Subscribe
Abonneren op
guest

1 Reactie
oudste
nieuwste
Inline Feedbacks
View all comments
Anja Bezemer
Anja Bezemer
11 maanden geleden

Mooi Jolande, dankjewel.
Ben nu Deuteronomium aan het lezen, dit geeft weer veel helderheid….

1
0
Ben benieuwd naar jouw mening, reageer gerust!x