De toorn van God over de heidenen: Rom.1:18-32

13 minuten lezen

Inleiding

In de vorige studie zagen we dat Paulus zijn uiteenzetting over de gerechtigheid van God onderbreekt vanaf vers 18 en pas weer opneemt in 3:20. Dat betekent niet dat het gedeelte wat we nu gaan bespreken niet belangrijk is. Integendeel, hij gaat in de verzen 1:18 tot en met 3:20 duidelijk maken waarom we de gerechtigheid van God nodig hebben. God openbaart namelijk ook Zijn toorn over de mensen. Paulus wil ons laten zien hoe verdorven en verloren de mens van nature is, zodat we beseffen dat het evangelie onze enige redding is.

Het opschrift boven dit gedeelte in de (herziene) Statenvertaling luidt: “de toorn van God over de heidenen”. Deze titel is enigszins misleidend want het gaat in deze perikoop over alle mensen. Paulus maakt geen uitzondering voor de Joden. Ook zij vallen onder deze toorn van God.

  • In deze studie zal ik eerst kijken naar de context van dit Schriftgedeelte. Hoe past deze perikoop in de rest van de Romeinenbrief?
  • Dan besteden we aandacht aan de verzen 18 tot en met 21, die spreken over de goddeloosheid en ongerechtigheid van de mensen die de waarheid van God onderdrukken.
  • Vervolgens zien we in de verzen 21-28 twee bewegingen die afwisselend beschreven worden:
    • De mensen die de goede dingen van God vervangen door de verkeerde dingen uit hun eigen hart.
    • God die daar op antwoordt met het overgeven van die mensen aan hun dwaling.
  • Dan zal ik uitleggen waarom Paulus in die verzen ook schrijft over homoseksualiteit.
  • Ten slotte geeft Paulus in de verzen 29-32 een opsomming van alle onrechtvaardigheid waarmee mensen vervuld zijn en lezen we zijn voorlopige conclusie.

Context

Vers 18 begint met “want” en is dus verbonden met de voorgaande verzen. Paulus begint niet zomaar met een heel ander onderwerp.

Romeinen 1:18
Want de toorn van God wordt geopenbaard vanuit de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van de mensen, die de waarheid in ongerechtigheid onderdrukken,

Paulus herhaalt een aantal woorden die hij ook in vers 17 had gebruikt. Daar lazen we dat Gods gerechtigheid in het evangelie wordt geopenbaard. In dit vers lezen we dat Gods toorn over de onrechtvaardigheid van de mensen wordt geopenbaard.

Paulus wil een aantal dingen duidelijk maken in de verzen 1:18 tot en met 3:20. Voordat hij verder gaat met spreken over de openbaring van Gods gerechtigheid, moeten we weten over de openbaring van Zijn toorn. Vóór hij verder kan met het goede nieuws, moeten we doordrongen zijn van de noodzaak daarvan.

  • De verzen 1:18-32 (onderwerp van deze studie): hier verklaart hij de toestand van deze wereld. De mensheid heeft God niet erkend en gediend en God heeft daarom de mensen overgegeven aan de begeerten van hun eigen hart.
  • 2:1-11 Dit gedeelte benadrukt dat wij van nature allemaal vallen onder deze toorn van God. Niemand is te verontschuldigen.
  • 2:12-3:8 De Joden kunnen zich niet verschuilen achter de wet of de besnijdenis. Gods wil kennen is niet voldoende. De Joden hebben zich niet aan de wet kunnen houden en vallen daarmee net zo goed onder de toorn van God.
  • 3:9-20 Zowel de Jood als de Griek zijn onder de zonde. Paulus laat zien dat dit in overeenstemming is met het Oude Testament waarin ook staat dat niemand rechtvaardig is.

De verzen 18, 19 en 20

Goddeloosheid en ongerechtigheid van de mensen

In vers 18 zegt Paulus dat de goddeloosheid en de ongerechtigheid van de mensen de toorn van God oproept. Met hun goddeloosheid en ongerechtigheid onderdrukken ze Gods waarheid. Goddeloosheid zegt iets over hun houding tegenover God. Goddeloze mensen ontkennen het bestaan van God. Of ze leven alsof Hij niet bestaat. De ongerechtigheid van mensen gaat over de praktische daden die ze doen. Het gaat hier om hun gedrag tegenover andere mensen. Met hun houding en hun gedrag overtreden ze het grote gebod: Heb God lief bovenal en je naaste als jezelf (Matth.22:36-40).

Paulus zal deze beide dingen verder uitwerken. In de verzen 19 tot en met 27 wordt de goddeloosheid van de mensen toegelicht. In de verzen 29-32 hun ongerechtigheid.

Wat is de waarheid?

Om te kunnen leven alsof God niet bestaat, moeten de mensen de waarheid onderdrukken. De waarheid is dat God Zichzelf in de schepping openbaart. Het onzienlijke van God wordt zichtbaar in Zijn werken. We zien daarin Zijn eeuwige kracht én Zijn goddelijkheid. Dit noemen we de “natuurlijke openbaring” van God.

Ook zonder de openbaring van de Schrift, beseffen mensen dat er een God moet zijn. De Bijbel verwijst hier bijvoorbeeld naar in Psalm 19:2-7. Daar we lezen hoe de hemelen Gods eer vertellen en het uitspansel het werk van Zijn handen verkondigt.

In Handelingen vinden we ook aanwijzingen dat God Zich openbaart buiten de Schrift. Paulus zegt tegen de mensen in Lystre als ze op het punt staan om aan hem en Barnabas te offeren:

Handelingen 14:15-17
15 Mannen, waarom doet u dit? Ook wij zijn mensen net zoals u, en wij verkondigen u [juist] dat u zich van deze zinloze [dingen] moet bekeren tot de levende God, Die de hemel, de aarde, de zee en alles wat erin is, gemaakt heeft.
16 Hij heeft in de tijden die achter [ons] liggen al de heidenen hun [eigen] wegen laten gaan,
17 hoewel Hij Zichzelf toch niet onbetuigd liet door goed te doen: Hij gaf ons vanuit de hemel regen en vruchtbare tijden en verzadigde ons hart met voedsel en vreugde.

Tegen de godsdienstige mannen van Athene zegt hij:

Handelingen 17: 26-27
En Hij (de God die Paulus verkondigt) maakte uit één bloed heel het menselijke geslacht om op heel de aardbodem te wonen; en Hij heeft de hun van tevoren toegemeten tijden bepaald, en de grenzen van hun woongebied,
27 opdat zij de Heere zouden zoeken, of zij Hem misschien al tastend zouden mogen vinden, hoewel Hij niet ver is van ieder van ons.

God heeft zijn goedheid laten blijken door te zorgen voor Zijn schepping en vruchtbaarheid te geven aan de mensen. En het was Zijn bedoeling dat zij Hem zouden zoeken. Door deze “natuurlijke openbaring” van God, zijn de mensen niet te verontschuldigen.

De verzen 21-28: de mens ruilt en Gods antwoord

Hoewel de mensen de waarheid kennen, namelijk dat er een God is, hebben ze dat onderdrukt. Ze hebben Hem niet de eer en dank gegeven die Hem toekomt. Maar ze hebben hun eigen ijdele gedachten gevolgd. Hun hart is onverstandig, ongelovig en daardoor donker geworden. Dit heeft hen tot een slechte ruil gebracht. Ze hebben God vervangen door afgoden. Ze hebben de Schepper vervangen door de schepping. En ze hebben de natuurlijke omgang tussen man en vrouw vervangen door een tegennatuurlijke omgang. Paulus beschrijft ook Gods reactie op de mens. Hij heeft hen overgegeven aan de begeerten van hun hart.

Het schema hieronder laat zien hoe Paulus zijn uiteenzetting opbouwt.

De mens heeft dit geruild voor ditGods antwoord hierop
21 Want zij hebben, hoewel zij God kennen, [Hem] niet als God verheerlijkt of gedankt, maar zij zijn verdwaasd in hun overwegingen en hun onverstandig hart is verduisterd.
22 Terwijl zij zich uitgaven voor wijzen,zijn zij dwaas geworden,
23 en hebben zij de heerlijkheid van de onvergankelijke Godvervangen door een beeld dat lijkt op een vergankelijk mens, op vogels en op viervoetige en kruipende dieren.
24 Daarom ook heeft God hen in de begeerten van hun hart overgegeven aan de onreinheid om hun lichamen onder elkaar te onteren.
25 Zij hebben de waarheid van Godvervangen door de leugen, en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper, Die te prijzen is tot in eeuwigheid. Amen.
26 Daarom heeft God hen overgegeven aan schandelijke hartstochten,
want ook hun vrouwen hebben de natuurlijke omgangvervangen door de tegennatuurlijke.
27 En evenzo hebben ook de mannen de natuurlijke omgang met de vrouw opgegeven,en zijn in wellust voor elkaar ontbrand: mannen doen schandelijke dingen met mannenen ontvangen het gepaste loon voor hun dwaling in zichzelf.
28 En omdat het hun niet goeddacht God te erkennen, heeft God hen overgegeven aan verwerpelijk denken, om dingen te doen die niet passen.

De mens vervangt en God geeft hen over

In het schema hierboven zie je dat Paulus drie keer beschrijft hoe de mens iets goeds vervangt door iets wat uit het eigen duistere hart voortkomt. En drie keer beschrijft hij Gods reactie hierop. God geeft de mens over aan dat waar hij zelf voor gekozen heeft. Als we de zinnen direct onder elkaar zetten:

  • Ze hebben de heerlijkheid van de onvergankelijke God vervangen door een beeld van een vergankelijk mens, vogels, viervoetige en kruipende dieren
  • Daarom heeft God hen overgegeven in de begeerten van hun hart aan onreinheid
  • Ze hebben de waarheid van God vervangen door de leugen en ze hebben het schepsel vereerd en gediend in plaats van de Schepper
  • Daarom heeft God hen overgegeven aan schandelijke hartstochten
  • Vrouwen hebben de natuurlijke omgang vervangen door de tegennatuurlijke en mannen hebben de natuurlijke omgang met vrouwen opgegeven en zijn in wellust voor elkaar ontbrand
  • Daarom heeft God hen overgegeven aan verwerpelijk denken, om dingen te doen die niet passen

In vers 23 staat de verwisseling die alles in gang zet. De onvergankelijke God heeft men verwisseld voor een beeld van vergankelijke schepselen. Afgodendienst staat aan de wieg van het kwaad. Bij beeld (in vers 23) moeten we echter niet denken aan een afgodsbeeld van hout of steen. Het Griekse woord εικων ‘eikoon’ betekent afbeelding of evenbeeld. Dit woord wordt bijvoorbeeld ook gebruikt in Kolossenzen1:15 waar Christus het beeld van de onzichtbare God wordt genoemd. In 1 Korinthe 15:49 staat over ons “zoals wij het beeld van Adam hebben gedragen, zo zullen we het beeld van de hemelse Mens dragen”.

Het Grieks heeft een ander woord voor afgodsbeeld: ειδωλον ‘eidoolon’ wat Paulus bijvoorbeeld gebruikt in Rom.2:22.

Hij denkt in 1:23 dus niet aan het dienen van een afgodsbeeld maar aan dat wat de mens vereert in plaats van God.

Waarom spreekt Paulus in dit gedeelte over homoseksualiteit?

Het is duidelijk dat Paulus in de verzen 26 en 27 homoseksualiteit beschrijft. Ziet hij dat als de ergste zonde en beschrijft hij het daarom zo uitgebreid? Ik denk het niet. Ik denk dat hij het ziet als het gevolg van de vervreemding die is ontstaan tussen de Schepper en de schepping. De verhouding tussen man en vrouw is een afbeelding van de verhouding tussen de Schepper en de schepping. De verhouding tussen God en de mensen is ernstig verstoord en dat heeft gevolgen voor de verhoudingen tussen mensen onderling.

De verhouding tussen man en vrouw

God heeft het huwelijk en seksualiteit bedoeld voor een relatie tussen één man en één vrouw. Dit is in Genesis al bepaald en heeft met de scheppingsorde te maken:

Genesis 2:24
Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn.

Binnen die relatie wordt de man het beeld en de heerlijkheid van God genoemd terwijl de vrouw het beeld en de heerlijkheid van de man is (1 Kor.11:7). Dat klinkt in onze tijd ongemakkelijk. Alsof de vrouw daarmee in een lagere positie wordt geplaatst. Maar het is een Bijbelse gedachte dat de man het hoofd is van de vrouw in het huwelijk. In Efeze 5:22-33 legt Paulus uit dat de man daarom zorg draagt voor de vrouw en haar liefheeft, zoals Christus de gemeente. Ons huwelijk en onze seksualiteit zijn een afbeelding van hoe God Zich verhoudt tot de schepping en hoe Christus Zich verhoudt tot de gemeente.

Nu kunnen we ook begrijpen waarom de gevolgen van het loslaten van God, zich uit in relaties en seksualiteit. Waar de mens de schepping gaat vereren in plaats van de Schepper, zien we dat weerspiegeld in de vrouw die niet langer een relatie aan wil gaan met een man, maar zich tot haar eigen geslacht keert. Zij wordt in de uiteenzetting van Paulus als eerste genoemd. De man doet vervolgens hetzelfde. Paulus noemt deze tegennatuurlijke verlangens het loon wat ze krijgen voor hun afdwalen bij God vandaan. Het niet erkennen van God, leidt tot niet passend gedrag en niet passende relaties.

Paulus beschrijft homoseksualiteit als het gevolg van het buiten de deur zetten van God. Aan de seksuele moraal van een samenleving kunnen we zien in hoeverre God nog een plaats heeft. In de huidige tijd geeft dat wel te denken.

Paulus zegt niet dat deze zonde voor de persoon die er mee worstelt, erger is dan alle andere zonden. Alle mensen zijn vervuld met allerlei ongerechtigheid, of ze nu homoseksueel of heteroseksueel zijn. Allemaal hebben ze het evangelie van Gods gerechtigheid nodig. Laten we dat vooral in onze gesprekken en houding naar de wereld benadrukken.

De verzen 29-31: vervuld met allerlei ongerechtigheid

Naast niet passende relaties, leidt het niet erkennen van God tot allerlei andere zonden. Vanaf vers 29 krijgen we een opsomming van alle ongerechtigheid waarmee mensen vervuld zijn. Het is een indrukwekkende lijst. In de grondtekst worden 25 zonden genoemd, die we onder de mensen vinden. Deze zonden komen voort uit het hart van de natuurlijke mens. Veel van deze woorden komen we ook tegen in andere lijsten in de Bijbel. Bijvoorbeeld in Markus 7 waar de Here Jezus zegt:

Markus 7:21-22
21 Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen voort kwade overwegingen, alle overspel, ontucht, moord,
22 diefstal, hebzucht, allerlei kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, lastering, hoogmoed, dwaasheid;

Aan het eind van de hele opsomming in Romeinen komt Paulus met een verrassend eindoordeel. De mensen die deze dingen doen, weten dat ze hiervoor van Godswege de dood verdienen. Maar ook die waarheid onderdrukken ze. Want ze doen niet alleen deze dingen maar juichen het ook toe als anderen het doen.

Tot slot

We hebben in dit gedeelte van de Romeinenbrief gezien dat God de mensheid, die Hem afwijst, over geeft aan de uitwassen van hun eigen verduisterde hart. Op die manier openbaart Hij Zijn toorn over de mensen nu. Dat staat los van de toorn en het oordeel wat Hij straks zal brengen over hun onrechtvaardige daden. Daarover lezen we meer in hoofdstuk 2 en dat zullen we de volgende keer bespreken.

Volg deze link als je de vorige studie gemist hebt: De kern van de brief: Rom.1:16 en 17
Vragen of opmerkingen zijn altijd welkom, voel je vrij om te reageren.
Wil je een mail krijgen als er een nieuwe blog online komt, zoek dan de knop “volgen” en vul je e-mail adres in. Lees je dit op een computer, dan staat de knop bovenaan. Lees je op een tablet of telefoon dan staat de knop onderaan.

Ik eindig met een quote om over na te denken. Het is de samenvatting van deze en de vorige studie:

De gerechtigheid van God wordt zichtbaar in een leven uit geloof.
De toorn van God wordt zichtbaar in een leven vanuit het eigen verduisterde hart.

De volgende studie staat hier: Niemand te verontschuldigen: Rom.2:1-11

Subscribe
Abonneren op
guest

4 Reacties
oudste
nieuwste
Inline Feedbacks
View all comments
Anja Bezemer
Anja Bezemer
2 jaren geleden

Weer zo mooi en duidelijk uitgelegd Jolande.
Zo belangrijk om Gods woord te kennen.
Lieve groet en zegen.

Monique Admiraal
Monique Admiraal
1 jaar geleden

Wat leg je het duidelijk uit! Zo gedetailleerd pluis je elk woord en mogelijke verbanden uit. Heel fijn! Het roept bij nog meer ontzag voor God op omdat geen één woord in de Bijbel er voor niks staat. Dat wisten we wel maar nu wordt het door jouw bijbelstudie zo zichtbaar dat Gods Woord zo kunstig en ontzagwekkend mooi in elkaar zit!

4
0
Ben benieuwd naar jouw mening, reageer gerust!x