Inleiding op de hoofdstukken 12 tot en met 16

9 minuten lezen

Inleiding

De hoofdstukken 12 tot en met 16 vormen het derde en laatste grote blok onderwijs in de Romeinenbrief. Na een diepgaande theologische uitleg in de eerdere hoofdstukken, geeft Paulus ons nu praktische adviezen voor ons dagelijks leven. In het eerste deel van de brief lag de nadruk op wat God voor ons heeft gedaan. Vanaf Romeinen 12 roept hij ons op tot actie. Nu we door Gods genade gerechtvaardigd zijn, mogen we de hoge roeping die we hebben ontvangen, beantwoorden. Wat dat inhoudt, gaan we in de volgende studies ontdekken. Deze laatste vijf hoofdstukken gaan over de geloofspraktijk.

De volgorde waarin Paulus zijn onderwijs geeft, is belangrijk. In de eerste helft van de brief legt hij het fundament: hoe we worden gerechtvaardigd voor God. Hij wil dat we doordrongen zijn van de basis van ons geloof. Pas daarna en op die grond geeft Paulus aanwijzingen voor onze geloofswandel.

Opbouw

Deze studie is een inleiding op het laatste deel van de Romeinenbrief. Ik wil laten zien hoe deze hoofdstukken aansluiten op de rest van de brief. En ik zal een korte vooruitblik geven op de onderwerpen die Paulus nog behandelt in de rest van de brief.

  • Ik begin met een terugblik op de eerdere hoofdstukken
    • De eerste vijf hoofdstukken: rechtvaardiging uit geloof;
    • De hoofdstukken 6, 7 en 8: niet de zonde, niet de wet, maar de Geest moet ons leven bepalen;
    • De hoofdstukken 9, 10 en 11: Gods beloften zijn voor de gelovigen, of ze nu Jood of heiden zijn;
  • Daarna een vooruitblik op de onderwerpen die ons nog resten in de Romeinenbrief;
    • Onze persoonlijke toewijding aan God en onze plaats in het lichaam van Christus (Romeinen 12:1-8)
    • Onderlinge liefde (Romeinen 12:9-21)
    • Onze verhouding tot de overheid en onze naaste (Romeinen 13:1-14)
    • Omgaan met verschillen binnen de gemeente (Romeinen 14:1-15:13)
    • Reisplannen en afsluitende woorden van Paulus (Romeinen 15:14-33)
    • Aanbeveling van Febe en groeten, wensen en lofprijzing (Romeinen 16)

De hoofdstukken 1 tot en met 11: Een terugblik

De eerste vijf hoofdstukken en hun sleutelverzen

In hoofdstuk 1 kondigde Paulus het onderwerp van zijn brief aan:

Romeinen 1:16 en 17
16 Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek.
17 Want de gerechtigheid van God wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, zoals geschreven is: Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven.

Het evangelie van Christus is kracht van God om gered te worden. Die redding is er voor Jood en heiden. In het evangelie wordt ook de gerechtigheid van God geopenbaard. Om te leven is het nodig om gerechtvaardigd te zijn voor God. Dat kunnen we nooit uit onszelf bereiken. Paulus laat in Romeinen 1:17 tot en met 3:20 zien dat de mens zónder het evangelie en zónder de gerechtigheid van God verloren is. Zelfs de mens die naar de wet probeert te leven.

In vers 21 van hoofdstuk 3 pakt Paulus de draad weer op van het onderwerp van de brief:

Romeinen 3:21-24
21 Maar nu is zonder de wet gerechtigheid van God geopenbaard, waarvan door de Wet en de Profeten is getuigd:
22 namelijk gerechtigheid van God door het geloof van Jezus Christus, tot allen en over allen die geloven, want er is geen onderscheid.
23 Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God,
24 en worden om niet gerechtvaardigd door Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus.

Rechtvaardiging is niet door werken maar door geloof. De gerechtigheid van God wordt geopenbaard door het geloof van Jezus Christus (uit Zijn geloof) tot en over allen die geloven (tot ons geloof). Zie voor de studie over deze verzen: Rechtvaardiging door het geloof: Rom.3:21-31

Dat brengt ons bij de heerlijke waarheid in Romeinen 5:1

Romeinen 5:1
Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij God door onze Heere Jezus Christus.

Sleutelverzen uit de hoofdstukken 6, 7 en 8

Paulus leert dat we dood zijn voor de zonde (hoofdstuk 6) en dood voor de wet (hoofdstuk 7). We mogen in een nieuw leven wandelen, door de Geest (hoofdstuk 8). Hoofdstuk 6 grijpt al vooruit op het onderwerp van hoofdstuk 12. Paulus roept ons in Romeinen 12:1 en 2 op om ons lichaam aan God te wijden als een offer. In Romeinen 6:19 spoorde hij ons aan om onze leden (lichaamsdelen) beschikbaar te stellen om de gerechtigheid te dienen.

Romeinen 6:19
Ik spreek op menselijke wijze vanwege de zwakheid van uw vlees. Want zoals u uw leden beschikbaar gesteld hebt ten dienste van de onreinheid en van de ene wetteloosheid tot de andere wetteloosheid, stel zo nu uw leden beschikbaar ten dienste van de gerechtigheid, tot heiliging.

We krijgen vanaf hoofdstuk 12 praktische adviezen hoe we de gerechtigheid kunnen dienen.

Hoofdstuk 8 sluit dit gedeelte af met de conclusie dat er geen veroordeling is als we door de Geest leven.

Romeinen 8:1
Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest.

Hoofdstukken 9, 10 en11

Deze hoofdstukken zitten misschien nog wat verser in ons geheugen. Paulus legt uit waarom de beloften die aan Israël gedaan waren, bij de heidenen terecht zijn gekomen. De Joden probeerden een eigen gerechtigheid tot stand te brengen. Maar Gods gerechtigheid is uit geloof.

Romeinen 9:30-32
30 Wat zullen wij dan zeggen? Dit: dat de heidenen, die geen gerechtigheid hebben nagejaagd, gerechtigheid verkregen hebben, gerechtigheid echter die uit het geloof is.
31 Maar Israël, dat de wet van de gerechtigheid najaagde, is aan de wet van de gerechtigheid niet toegekomen.
32 Waarom niet? Omdat zij die niet uit geloof zochten, maar als uit werken van de wet. Want zij hebben zich gestoten aan de steen des aanstoots,

Iedereen die gelooft, ook een heiden, is een zoon en erfgenaam van Abraham. Daarbij klinkt ook een waarschuwing in hoofdstuk 11. De heidenen die als wilde loten zijn geënt op de edele olijfboom, moeten zich niet verheffen. Ook zij kunnen afgebroken worden als ze niet in het geloof blijven. En het natuurlijke Israël kan geënt worden als de Joden tot geloof komen.
Zie voor een uitgebreide uitleg deze studie: Wortel en takken: Rom.11:11-24.

De hoofdstukken 12 tot en met 16: Een vooruitblik

Romeinen 12:1-8: Onze persoonlijke toewijding aan God

De eerste twee verzen van Romeinen 12 zijn de inleiding voor het derde deel van de Romeinenbrief. Deze verzen zijn ook de verbinding tussen de eerdere hoofdstukken en wat nog komt. De oproep die Paulus doet om onszelf te wijden aan God, doet hij nadat hij heeft laten zien wat God voor ons heeft gedaan. Als we dat beseffen is een persoonlijke toewijding aan God het logische gevolg: onze “redelijke eredienst”.

Deze relatie met God en de toewijding aan Hem, is tevens de basis voor onze relatie met onze broeders en zusters. Daarom spreekt Paulus in de verzen 3 tot en met 8 over de verschillende gaven die God aan de gelovigen geeft. En hoe we deze gaven kunnen gebruiken voor het welzijn van de gemeente.

Romeinen 12:9-21: Onderlinge liefde

In dit gedeelte geeft Paulus een groot aantal korte voorschriften die we als richtlijn voor ons leven kunnen aanhouden. Ze zijn geworteld in de liefde. Die liefde moet ongeveinsd zijn, eerlijk en oprecht. Het Griekse woord wat hij gebruikt in vers 9 is “anhypocritos”: niet hypocriet.

De verzen 9 tot en met 13 horen grammaticaal bij elkaar en zijn vooral gericht op de verhouding tussen gelovigen onderling. Vanaf vers 14 trekt Paulus het breder. Laten we streven naar het goede voor alle mensen en vrede met alle mensen. En hij eindigt met het liefhebben van de vijanden.

Romeinen 13:1-14: Verhouding tot de overheid en onze naasten

Romeinen 13 begint met een aansporing om je te onderwerpen aan het gezag van de overheid. We moeten dit lezen in het verlengde van de richtlijnen uit hoofdstuk 12. Daar eindigde Paulus met onze houding en gezindheid naar alle mensen en zelfs onze vijanden. De Romeinse overheid was regelmatig de vervolger van christenen. Toch moet dit niet leiden tot rebellie tegen het gezag. De overheid blijft een door God gegeven gezagsstructuur.

Daarna, in de verzen 8 tot en met 14 staat de liefde tot alle mensen centraal. De liefde is de vervulling van de wet.

Romeinen 14:1 tot en met 15:13: Omgaan met verschillen in de gemeente

In dit gedeelte houdt Paulus ons voor hoe we binnen de gemeente, het lichaam van Christus, om moeten gaan met verschillen. Wat doen we als onze interpretatie van Gods wil verschilt met die van andere gelovigen? Paulus legt uit dat gelovigen het oneens mogen zijn over niet-essentiële zaken. De een gelooft dat hij alles mag eten, de ander eet geen vlees. De één gelooft dat alle dagen gelijk zijn, de ander vindt dat hij bepaalde dagen moet vieren.

De gemeente in Rome was samengesteld uit Joden en heidenen. De Joden wilden misschien vasthouden aan de spijswetten en speciale feestdagen. Of er waren gelovigen die geen vlees wilden eten omdat dit aan de afgoden was geofferd. Hoe kunnen de gemeenteleden toch de eenheid bewaren? Paulus begint én eindigt met het gebod om elkaar te aanvaarden (Romeinen14:1 en 15:7). De sterke wordt opgeroepen om de zwakke te verdragen. De sterke mag de zwakke niet minachten en de zwakke mag de sterke niet oordelen.

Romeinen 15:14-33: Reisplannen en afsluitende woorden

In deze verzen komen veel thema’s terug die Paulus in het eerste hoofdstuk al had aangesneden. Daarmee is het de inhoudelijke afronding van de brief. Hij schrijft over zijn eigen dienst aan het evangelie voor de heidenen. En ook over zijn verlangen om de gemeente in Rome te bezoeken. Zijn plan is om dat te doen als hij naar Spanje reist.

Romeinen 16:1-27: Aanbeveling Febe, groeten en wensen

Het laatste hoofdstuk begint met de aanbeveling van Febe. Deze zuster reist waarschijnlijk vanuit Korinthe (Kenchreeën is een haven van Korinthe) naar Rome mét de brief van Paulus. Daarna volgt een lange lijst met namen. Het zijn mensen waar Paulus de groeten aan overbrengt.

Dan onderbreekt hij de namenlijst met een korte oproep aan de lezers. Ze moeten zich afkeren van mensen die onenigheid veroorzaken en struikelblokken opwerpen. Waarna de namen volgen van de afzenders van de brief en een korte afsluiting.

Tot slot

In deze studie heb ik een kort overzicht gegeven van de eerste 11 hoofdstukken van Romeinen. En een voorproefje van de onderwerpen die ons nog te wachten staan in rest van de brief. Ik heb zin om aan deze hoofdstukken te beginnen. De theorie hebben we helder gekregen in de eerste helft van de brief. Nu gaan we kijken wat het evangelie betekent in het praktische leven van de gelovige.

Subscribe
Abonneren op
guest

1 Reactie
oudste
nieuwste
Inline Feedbacks
View all comments
Anja Bezemer
Anja Bezemer
3 dagen geleden

Mooi Jolande….heerlijke bemoediging, bedankt en heel veel zegen

1
0
Ben benieuwd naar jouw mening, reageer gerust!x