Inleiding
We komen met deze studie bij de afronding van het eerste belangrijke deel van de brief aan de Romeinen. Vanaf hoofdstuk 1:18 tot en met dit gedeelte heeft Paulus de totale verdorvenheid van de mens aangetoond. Dit was nodig om ons te laten zien dat we onszelf niet kunnen redden.
De mensen in het algemeen heeft hij besproken in Rom.1:18-32. In Rom.2:1-11 beschuldigde hij de mens die zichzelf rechtvaardigt. Daarna beschuldigde hij de Joden die de wet hebben en die besneden zijn naar het vlees (Rom.2:12-29). In Rom.3:1-8 onderbrak hij de aanklachten om een aantal tegenwerpingen te weerleggen. Nu sluit hij af met een samenvatting en het bewijs uit het Oude Testament. Het is geen rooskleurig beeld wat hij schetst in dit gedeelte. De verzen 10 tot en met 18 zijn geciteerd uit het Oude Testament en vormen het bewijsmateriaal van zijn betoog.
Deze studie is als volgt opgebouwd:
- Ik begin met een uitleg over citaten uit het Oude Testament in het Nieuwe Testament
- Dan kijken we naar vers 9 waarmee Paulus dit gedeelte inleidt
- Daarna bespreek ik het uitgebreide citaat, de bewijslast vanuit het Oude Testament
- Er is niemand rechtvaardig: verzen 10-12
- Het spreken van de mens bevestigt zijn onrechtvaardigheid: verzen 13-14
- Het handelen van de mens getuigt er van: verzen 15-17
- Het kijken van de mens bevestigt de verkeerde motivatie van de mens: vers 18
- Tenslotte kijken we naar de verzen 19 en 20 waarmee Paulus zijn uiteenzetting afsluit
Citaten uit het Oude Testament
Voordat we in het gedeelte van vandaag duiken, moet ik eerst iets uitleggen over de oudtestamentische citaten die we in het Nieuwe Testament vinden. In veel van onze vertalingen staan tekstverwijzingen naar deze Schriftplaatsen. Wanneer je die opzoekt, zie je opvallende verschillen. Hierdoor lijken de citaten soms nogal vrij of zelfs onnauwkeurig. Dit komt omdat de schrijvers van het Nieuwe Testament een Griekse vertaling van de Hebreeuwse Bijbel gebruikten die wij de Septuagint (verder aangeduid als LXX) noemen. Die vertaling was omstreeks 250 voor Christus gemaakt in Alexandrië, volgens de overlevering door 72 rabbijnen.
Als je meer wilt lezen over deze vertaling: Septuagint.
Verschil tussen Griekse en Hebreeuwse tekst
Onze vertaling van het Oude Testament is echter gebaseerd op de Hebreeuwse, Masoretische tekst. Daarom zien we verschillen als we de citaten vergelijken met de tekst in ons Oude Testament. Zoeken we ze op in de LXX dan zien we grotere overeenstemming.
Soms zijn er meer verschillen dan alleen andere woorden. De nummering van bijvoorbeeld de Psalmen verspringt in de LXX ten opzichte van onze nummering. En sommige verzen vinden we wel in de LXX maar niet in onze tekst van het Oude Testament. Of andersom.
Dit is geen probleem omdat de verschillen er nooit voor zorgen dat de tekst een hele andere betekenis krijgt. En juist door het vergelijken van deze oude tekst tradities kunnen we dichter komen bij de meest oorspronkelijke tekst. Zo is de LXX een hulpmiddel gebleken voor vertalers om de beste tekst van het Oude Testament vast te stellen.
Wat betekent dat voor dit Schriftgedeelte?
In dit gedeelte van Romeinen gebruikt Paulus het Oude Testament om aan te tonen dat geen enkel mens van zichzelf rechtvaardig is. In onze Bijbels staan er verwijzingen bij naar een keur van teksten in de Psalmen, Jesaja en Spreuken. Zo lijkt het alsof Paulus een lappendeken maakt van verschillende stukjes tekst uit het Oude Testament.
Maar de ‘lappendeken’ is voor hem één citaat uit de LXX, Psalm 13 (die in onze tekst Psalm 14 is).
De verzen 10-12 komen uit de LXX Psalm 13:1-2 (onze Psalm 14:1-3)
De verzen 13-18 citeert Paulus uit de LXX Psalm 13:3. Dat vers ontbreekt in de Hebreeuwse tekst waar onze vertalingen op gebaseerd zijn.
Paulus citeert dus een vers dat niet in onze tekst van Psalm 14 voorkomt. Toch is dit geen probleem. Hoewel de verschillende uitdrukkingen van 13-18 in onze Bijbel niet bij elkaar in één vers gevonden worden, komen ze wel stuk voor stuk terug in andere Bijbelgedeelten.
Hieronder heb ik een schema gemaakt met in het midden de tekst van Romeinen 3:10-18. Links de LXX in een Engelse vertaling en rechts de verwijzingen naar alle verwante teksten in onze vertaling. Psalm 14:1-3 heb ik ingevuld, de overige teksten kun je opzoeken door de link in de rechtse kolom aan te klikken.
Je kunt het schema ook gerust overslaan en er onder verder lezen.
Schema Romeinen met LXX en andere verwijzingen
Engelse vertaling LXX Ps. 13 | Romeinen 3:10-18 | Psalm 14 en tekstverwijzingen |
1 (13:1) «For the end, Psalm of David.» The fool has said in his heart, There is no God. They have corrupted [themselves], and become abominable in their devices; there is none that does goodness, there is not even so much as one. | 10 zoals geschreven staat: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één, | Psalm 14:1 [Een psalm] van David, voor de koorleider. De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij handelen verderfelijk, bedrijven gruwelijke daden; er is niemand die goeddoet. |
2 (13:2) The Lord looked down from heaven upon the sons of men, to see if there were any that understood, or sought after God. | 11 er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt. | 2 De HEERE heeft uit de hemel neergezien op de mensenkinderen, om te zien of er iemand verstandig was, iemand die God zocht. |
3 (13:3) They are all gone out of the way, they are together become good for nothing, there is none that does good, no not one. | 12 Allen zijn zij afgedwaald, samen zijn zij nutteloos geworden. Er is niemand die goeddoet, er is er zelfs niet één. | 3 Zij allen zijn afgedwaald, tezamen zijn zij verdorven; er is niemand die goeddoet, zelfs niet één. |
Their throat is an open sepulchre; with their tongues they have used deceit; the poison of asps is under their lips: | 13 Hun keel is een open graf, met hun tong plegen zij bedrog, addergif is onder hun lippen. | Psalm 5:10 Psalm 140:4 |
whose mouth is full of cursing and bitterness; | 14 Hun mond is vol vervloeking en bitterheid, | Psalm 10:7 |
their feet are swift to shed blood: | 15 hun voeten zijn snel om bloed te vergieten. | Jesaja 59:7 Spreuken 1:16 |
destruction and misery are in their ways; | 16 Vernieling en ellende is op hun wegen, | Jesaja 59:7 |
and the way of peace they have not known: | 17 en de weg van de vrede hebben zij niet gekend. | Jesaja 59:8 |
there is no fear of God before their eyes. | 18 De vreze Gods staat hun niet voor ogen. | Psalm 36:2 |
Ik ga in deze studie niet alle verwijzingen bespreken maar vooral kijken naar de inhoud van wat Paulus er mee wil zeggen.
Zijn wij voortreffelijker: vers 9?
Paulus begint met de vraag: Zijn wij voortreffelijker? Hij vereenzelvigt zich hier met de Joden. Zijn wij Joden voortreffelijker? Nee want hij heeft in het voorgaande gedeelte van de brief van zowel Joden als heidenen gezegd dat ze onder de zonde zijn. Nu gaat hij dit ook bewijzen vanuit het Oude Testament. Hij leidt het citaat in met de uitspraak: Zoals geschreven staat.
Er is niemand rechtvaardig: verzen 10-12
10 zoals geschreven staat:
Er is niemand rechtvaardig, ook niet één,
11 er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt.
12 Allen zijn zij afgedwaald, samen zijn zij nutteloos geworden. Er is niemand die goeddoet, er is er zelfs niet één.
Psalm 14 en Psalm 53
Deze verzen citeert Paulus uit Psalm 14:1-3 (LXX Psalm 13:1-2). Dezelfde woorden vinden we ook in Psalm 53:1-3. Beide Psalmen zijn van David en zijn bijna hetzelfde. De Psalm van David gaat over een dwaas die in zijn hart zegt: Er is geen God. De Heere heeft vervolgens vanuit de hemel naar de mensen gekeken om te zien of er iemand is die verstandig is en God zoekt. Paulus zegt het nog korter dan David en geeft direct het antwoord op de zoektocht van God: “er is niemand die verstandig is of die God zoekt”.
Denken, willen en handelen van de mens is verdorven
Het is opvallend hoevaak Paulus het woord niemand en allen gebruikt. De mens is totaal corrupt en verdorven. In zijn denken (er is niemand verstandig), in zijn willen (er is niemand die God zoekt) en in zijn handelen (er is niemand die goeddoet). Allen zijn afgedwaald en samen zijn ze nutteloos.
Dit betekent overigens niet dat alle mensen altijd alleen maar slechte dingen doen. Wij kennen allemaal mensen die goede dingen doen, goede doelen steunen. Die zorgen voor hun naasten en een voorbeeldig leven leiden. Maar het gaat Paulus hier om de maatstaven van God. Ons denken en handelen is altijd gekleurd en vermengd met onze zondige natuur. Vergeleken met Gods heilige normen schieten wij altijd tekort. Allen zijn afgedwaald van God en nutteloos voor Hem.
In de volgende verzen wordt dat verder uitgewerkt. Het valt op dat er allerlei lichaamsdelen genoemd worden en hoe de mens die op de verkeerde manier gebruikt.
Het spreken van de mens: verzen 13 en 14
13 Hun keel is een open graf,
met hun tong plegen zij bedrog,
addergif is onder hun lippen.
14 Hun mond is vol vervloeking en bitterheid,
Eerst komt het spreken van de mens aan de orde. De beelden die opgeroepen worden zijn schokkend. Wij kunnen ons niets voorstellen bij een open graf, maar de geur van de dood moet vreselijk zijn. Bij het addergif denken we onwillekeurig aan de slang in de hof, die met zijn woorden Eva verleid heeft.
Jakobus schrijft in zijn brief ook over het kwaad wat we met onze tong kunnen aanrichten.
Jakobus 3:8-10
8 Maar de tong kan geen mens temmen. Ze is een niet te bedwingen kwaad, vol dodelijk vergif.
9 Door haar loven wij God en de Vader, en door haar vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis van God gemaakt zijn.
10 Uit dezelfde mond komen zegen en vervloeking voort. Dit behoort niet zo te zijn, mijn broeders.
Het handelen van de mens: verzen 15, 16 en 17
15 hun voeten zijn snel om bloed te vergieten.
16 Vernieling en ellende is op hun wegen,
17 en de weg van de vrede hebben zij niet gekend.
Dan komt het handelen van de mens aan de orde. In Romeinen 10:15 haalt Paulus een tekst aan uit Jesaja waar gesproken wordt: “hoe lieflijk zijn de voeten van hen die vrede verkondigen, van hen die het goede verkondigen”. Maar hier spreekt hij over de voeten van de oude mens. Die zijn niet geneigd om de weg van de vrede te bewandelen. Zelfs al zullen de meeste mensen niet letterlijk bloed vergieten, de aard van de mens is om anderen te haten en zichzelf op de eerste plaats te zetten.
Het kijken van de mens: vers 18
18 De vreze Gods staat hun niet voor ogen.
Het laatste wat genoemd wordt zijn de ogen. In de Bijbel gaat het regelmatig over de hoogmoed van de ogen. Spreuken 6 bijvoorbeeld noemt de ogen, de tong en het handelen van de mens in een opsomming van zaken die de Heere haat:
Spreuken 6:16-19
16 Deze zes haat de HEERE, ja, zeven zijn een gruwel voor Zijn ziel:
17 hoogmoedige ogen, een valse tong en handen die onschuldig bloed vergieten,
18 een hart dat zondige plannen smeedt, voeten die zich haasten om naar het kwade te rennen,
19 een valse getuige [die] leugens blaast, en die tussen broeders twisten teweegbrengt.
En in het Nieuwe Testament zeg Johannes in zijn eerste brief:
1 Johannes 2:16
Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld.
Maar David en Paulus willen nog meer zeggen dan alleen dat ogen hoogmoedig of vol begeerte kunnen zijn. Iets voor ogen houden betekent ergens goed aan denken en het niet vergeten. Het steeds indachtig zijn. De mens vergeet echter te leven met ontzag voor God. In plaats van zijn ogen in ontzag naar God op te richten, kijkt hij naar de wereld en probeert in de wereld iets te betekenen. Zie ook wat Judas hierover zegt in Judas :16.
Elke mond gestopt: vers 19
19 Wij weten nu dat alles wat de wet zegt, zij dat spreekt tot hen die onder de wet zijn, opdat elke mond gestopt wordt en de hele wereld doemwaardig wordt voor God.
Nu is Paulus weer zelf aan het woord en hij trekt zijn conclusie. Hij heeft de wet, het Oude Testament, geciteerd. En hij zegt er voor de Joodse lezers bij dat die wet juist ook spreekt tot hen die onder de wet zijn. Dit zegt hij omdat negatieve uitspraken in de wet vaak werden toegepast op de heidenen. Maar Paulus benadrukt hier dat alles wat de wet zegt in de eerste plaats bedoeld is voor hen die onder de wet zijn. Juist de Joden zouden zich deze verzen moeten aantrekken en niet denken dat ze over de heidenen gaan. Ze gaan over alle mensen. Ieder mens wordt het zwijgen opgelegd en alle mensen staan schuldig tegenover God.
Merk op dat Paulus het woord mond gebruikt en zo terug is bij het eerste lichaamsdeel dat zoveel aandacht kreeg in het citaat (vers 13 en 14). De mond die de mens in zijn ongerechtigheid gebruikt tegen God en tegen zijn medemens. Die mond wordt gestopt, die moet zwijgen.
Geen vlees gerechtvaardigd: vers 20
20 Daarom zal uit werken van de wet geen vlees voor Hem gerechtvaardigd worden. Door de wet is immers kennis van zonde.
Tenslotte voegt Paulus nog deze belangrijke conclusie toe over de wet. De wet is niet gegeven om ons te rechtvaardigen. De wet kan ons niet redden of rechtvaardigen, maar maar laat ons zien hoe zondig we zijn.
Tot slot
Paulus heeft ons een spiegel voorgehouden. Hij heeft laten zien dat alle mensen, Jood of heiden, wij allemaal schuldig (doemwaardig) staan tegenover God. Daarmee heeft hij ons de illusie ontnomen dat we zelf rechtvaardig voor God kunnen verschijnen. We weten nu dat het niet mogelijk is om God te behagen door goed te leven of door de wet te houden.
Nu zijn we hopelijk een en al oor om het goede nieuws te horen over de gerechtigheid van God door het geloof. Daarover meer in de volgende studie: Rechtvaardiging door het geloof: Rom.3:21-31
Eerdere studies van Romeinen zijn hier te vinden: Romeinen studies
Vragen of opmerkingen zijn altijd welkom.
Als je mijn blog volgt, krijg je een mail als er een nieuwe blog online komt.
Volg je nog niet, zoek dan de knop “volgen” en vul je e-mail adres in. Lees je dit op een computer, dan staat de knop bovenaan. Lees je op een tablet of telefoon dan staat de knop onderaan.
Weer ben ik verwonderd hoe de Bijbel, oude en nieuwe testament , zo elkaar aan vullen. Geweldig. Ben benieuwd naar de volgende uitleg.
Zo mooi Jolande…..hoe meer we dit beseffen……hoe dankbaarder we zullen zijn voor Gods genade….
Ik ga het nog wel een paar keer lezen….
Ook geen anderen meer de schuld geven. De Here stopt ons de mond….die mond moet zwijgen….
” Hoe groot zijt Gij…..hoe groot zijt Gij”
Ik heb een link gedeeld over uw onderwerp via https://www.aadbakker52.com/johannes-1-17