Afsluitende lofprijzing: Rom.16:25-27

10 minuten lezen

Inleiding

We kijken in deze studie naar de allerlaatste drie verzen van de Romeinenbrief. Paulus sluit zijn brief af met een prachtige lofprijzing, met een moeilijk woord ‘doxologie’ genoemd. Hij geeft daarmee alle eer aan God. In deze studie kijken we eerst naar het verschijnsel doxologie in het algemeen en andere lofprijzingen in het Nieuwe Testament. Daarna naar de verzen in Romeinen in het bijzonder.

Lofprijzing in het Nieuwe Testament

Wat is een doxologie?

Een doxologie is een lofprijzing. Het is een uiting van dank, eer en aanbidding aan God, vaak aan het einde van een brief, gebed of lied. Het wijst op de heerlijkheid en grootheid van God, die duurt tot in eeuwigheid.
Het woord doxologie komt van het Griekse doxa (heerlijkheid, eer) en logos (woord) — letterlijk: woorden van lof. Het woord doxologie komt in de Bijbel zelf niet voor, maar het verschijnsel wel. En we herkennen het aan de woorden die de kern vormen en zo klinken: (aan) God zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Rond die kernwoorden worden vaak nog andere woorden toegevoegd zoals eer, kracht en majesteit. Of er wordt iets gezegd over Gods karakter of wat Hij, door Christus, voor ons doet. Een doxologie wordt altijd afgesloten met een ‘Amen’.

De doxologieën van het Nieuwe Testament hebben hun wortels in de lofzangen uit het Oude Testament. Wat daar begon als lof aan de HEERE, de God van Israël, wordt in het Nieuwe Testament lof aan God door Jezus Christus. In Hem worden alle beloften vervuld. De doxologie aan het eind van 2 Petrus wordt zelfs direct tot de Here Jezus Christus gericht. Een krachtig bewijs dat de apostelen geloofden dat Jezus Christus werkelijk God is en als God mag worden aanbeden.

De Here Jezus leerde Zijn discipelen het ‘Onze Vader’. Een gebed dat wij nog steeds bidden en wat eindigt met een lofprijzing. Het sluit af met de woorden:

Mattheüs 6:13b
Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.

Waar vinden we doxologieën in het Nieuwe Testament?

We zien op meer plaatsen in de brieven van het Nieuwe Testament lofprijzingen. Soms in de aanhef van de brief, soms halverwege een brief als afsluiting van een gebed, vaak aan het einde van de brief.

In de Romeinenbrief gaf Paulus al een mooie doxologie bij de afsluiting van hoofdstuk 11:

Romeinen 11:36
Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid, tot in eeuwigheid. Amen.

Een hele mooie lofprijzing vinden we halverwege de Efezebrief:

Efeze 3:20-21
20 Hem nu Die bij machte is te doen ver boven alles wat wij bidden of denken, overeenkomstig de kracht die in ons werkzaam is,
21 Hem zij de heerlijkheid in de gemeente, door Christus Jezus, in alle geslachten, tot in alle eeuwigheid. Amen.

De Galatenbrief begint met een doxologie (Galaten 1:4-5), Filippenzen eindigt ermee (Filippenzen 4:19-20). De eerste brief aan Timotheüs heeft een doxologie in hoofdstuk 1:17 en aan het einde in hoofdstuk 6:

1 Timotheüs 6:15-16
15 De zalige en alleen machtige Heere, de Koning der koningen en Heere der heren, zal die op Zijn tijd laten zien,
16 Hij Die als enige onsterfelijkheid bezit en een ontoegankelijk licht bewoont; Hem heeft geen mens gezien en niemand kan Hem ook zien. Hem zij eer en eeuwige kracht. Amen.

De tweede Timotheüsbrief (2 Timotheüs 4:18) en de Hebreeënbrief (Hebreeën 13:20-21) eindigen met een lofprijzing.

Lofprijzingen vinden we niet alleen in de brieven van Paulus, maar ook bij Petrus, Judas en bij Johannes (in het boek Openbaring). Petrus eindigt zijn eerste brief met:

1 Petrus 5:10-11
10 De God nu van alle genade, Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, Hij Zelf moge u-na een korte tijd van lijden-toerusten, bevestigen, versterken en funderen.
11 Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.

De tweede brief van Petrus eindigt met een doxologie die op de Here Jezus Christus gericht is:

2 Petrus 3:18
Maar groei in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, zowel nu als in de dag van de eeuwigheid. Amen.

Judas eindigt zijn korte brief met deze prachtige lofprijzing:

Judas
24 Aan Hem nu Die bij machte is u voor struikelen te bewaren, en u smetteloos te stellen voor Zijn heerlijkheid, in grote vreugde,
25 de alleenwijze God, onze Zaligmaker, zij heerlijkheid en majesteit, kracht en macht, nu en in alle eeuwigheid. Amen.

In het boek Openbaring vinden we tweemaal een lofprijzing. In Openbaring 1:5-6 en in Openbaring 7 waar Johannes de engelen, de ouderlingen en de vier dieren ziet, die zich neerwerpen voor de troon en God aanbidden met de woorden:

Openbaring 7:12
en zeiden: Amen. De lofprijzing, de heerlijkheid, de wijsheid, de dankzegging, de eer, de kracht en de sterkte is aan onze God tot in alle eeuwigheid. Amen.

Wat is de inhoud in grote lijnen

De kern van de lofprijzing is in alle gevallen hetzelfde: dat alle heerlijkheid, eer, kracht etc. toekomt aan God in alle eeuwigheid. Daarbij worden woorden en zinnen toegevoegd over het karakter en het werk van God en over de bemiddelende rol van Jezus Christus.

  • Karaktereigenschappen van God:
    • Hij is de Eeuwige,
    • Hij is onze Vader,
    • Hij is de alleenwijze God,
    • Hij is de Koning der eeuwen, Koning der koningen en Heere der heeren
    • Hij is de God van de vrede,
    • Hij is de God van alle genade,
    • Hij is de onvergankelijke, de onzichtbare.
  • Zijn werk:
    • Alle dingen zijn uit Hem, door Hem en tot Hem
    • Hij is bij machte om ons vast te stellen,
    • Hij is bij machte om te doen ver boven alles wat wij bidden of denken,
    • Hij heeft de Here Jezus Christus uit de doden teruggebracht,
    • Hij rust ons toe en werkt in ons wat in Zijn ogen welbehaaglijk is,
    • Hij is bij machte om ons voor struikelen te bewaren.
  • bemiddeling door Jezus Christus:
    • De heerlijkheid voor God is door Jezus Christus
    • God wordt verheerlijkt in de gemeente door Jezus Christus,
    • God werkt in ons door Jezus Christus,
    • God heeft ons geroepen tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus.

We zullen nu kijken wat Paulus zegt in zijn afsluitende doxologie in de Romeinenbrief.

Romeinen 16:25-27: afsluitende verzen van de brief

25 Hem nu Die in staat is u vast te doen staan, overeenkomstig mijn Evangelie en de prediking van Jezus Christus, overeenkomstig de openbaring van het geheimenis dat door de tijden der eeuwen heen verzwegen was,
26 maar dat nu geopenbaard is en door de profetische Schriften onder alle heidenen bekendgemaakt is, overeenkomstig het bevel van de eeuwige God, om hen tot geloofsgehoorzaamheid te brengen,
27 aan Hem, de alleen wijze God, zij door Jezus Christus de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid. Amen.

De lofprijzing in de verzen 25 tot en met 27 is één lange zin. Als we de bijzinnen weglaten is de hoofdgedachte kort en krachtig, zie de vetgedrukte woorden: Hem nu (God), zij de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid.

Maar Paulus wil nog veel meer zeggen. Net zoals in de andere doxologieën, gaat het in deze verzen ook over het werk dat God doet aan ons door Jezus Christus.

Wat God doet:

God is bij machte om ons te bevestigen

God is in staat, bij machte, om de gelovige vast te doen staan, te bevestigen. Paulus had deze uitdrukking (bevestigen of sterken) ook aan het begin van zijn brief gebruikt. In Romeinen 1:11 spreekt hij zijn verlangen uit om de lezers in Rome te ontmoeten om hen te versterken door hen te laten delen in de geestelijke genadegaven. Aan het einde van deze brief verzekert hij hen er van dat ook God Zelf hen zal bevestigen.
Dat God de gelovige toerust en bevestigt lazen we ook in de doxologie van Petrus (1 Petrus 5:10-11).

Driemaal ‘overeenkomstig’ in de verzen 25 en 26

Paulus weet zeker dat God de gelovigen in Rome vast doet staan, omdat dat het resultaat is van het evangelie, de prediking van Jezus Christus. Bovendien komt het overeen met de openbaring van een geheimenis dat NU aan alle heidenen is bekendgemaakt. En die bekendmaking is weer overeenkomstig het bevel van God.

Deze belofte geldt niet alleen voor de gelovigen in Rome maar ook voor ons. Dat God hen en ons bevestigt is dus:

  • overeenkomstig Paulus’ Evangelie en (namelijk) de prediking van Jezus Christus,
  • overeenkomstig de openbaring van het geheimenis dat door de tijden der eeuwen heen verzwegen was, maar dat nu geopenbaard is en onder alle heidenen bekendgemaakt,
  • overeenkomstig het bevel van de eeuwige God, om hen (namelijk ook de heidenen) tot geloofsgehoorzaamheid te brengen

Overeenkomstig mijn evangelie

Paulus is apostel en afgezonderd tot het Evangelie van God, daar begon hij zijn brief mee (Romeinen 1:1). Het Evangelie is het hoofdonderwerp van deze brief geweest. De inhoud van het Evangelie is de prediking van Jezus Christus en hoe Hij de mensen redt van de dood en verzoent met God. Paulus noemde in Romeinen 1:17 het Evangelie van Christus, de kracht van God tot zaligheid, voor een ieder die gelooft, zowel de Jood als de Griek (heiden).

Overeenkomstig de openbaring van het geheimenis

Het geheim is dat ook de heidenen, ook de gelovigen in Rome en ook wij tot geloofsgehoorzaamheid kunnen komen. In de voorgaande eeuwen leek het vooral te gaan om het Joodse volk, om de zonen van Abraham naar het vlees. Maar nu is geopenbaard dat God iedereen die gelooft, aanneemt en bevestigt.
In andere brieven van Paulus komt dit ‘geheimenis’ uitgebreider aan de orde. Bijvoorbeeld in de Efezebrief:

Efeze 3:2-6
2 als u tenminste gehoord hebt van de uitdeling van de genade van God die aan mij gegeven is ten behoeve van u,
3 dat Hij mij door openbaring dit geheimenis bekendgemaakt heeft (zoals ik eerder in het kort geschreven heb;
4 waaraan u, als u dit leest, mijn inzicht kunt bemerken in het geheimenis van Christus),
5 dat in andere tijden niet bekendgemaakt is aan de mensenkinderen, zoals het nu geopenbaard is aan Zijn heilige apostelen en profeten door de Geest,
6 namelijk dat de heidenen mede-erfgenamen zijn en tot hetzelfde lichaam behoren en mededeelgenoten zijn van Zijn belofte in Christus, door het Evangelie,


Zie ook Kolossenzen 1:25-27

Overeenkomstig het bevel om de heidenen tot geloofsgehoorzaamheid te brengen

God Zelf heeft de opdracht gegeven om het evangelie naar de heidenen te brengen. Paulus had speciaal deze opdracht gekregen. Dit zegt hij aan het begin van de Romeinenbrief, waar hij ook over geloofsgehoorzaamheid van de heidenen spreekt:

Romeinen 1:5
Door Hem (Jezus Christus) hebben wij genade en het apostelschap ontvangen tot geloofsgehoorzaamheid onder alle heidenen, ter wille van Zijn Naam,

Paulus ziet het niet alleen als opdracht maar ook als genade dat hij het evangelie naar de heidenen mag brengen:

Efeze 3:8-9
8 Mij, de allerminste van alle heiligen, is deze genade gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie de onnaspeurlijke rijkdom van Christus te verkondigen,
9 en allen te verlichten, opdat zij mogen begrijpen wat de gemeenschap aan het geheimenis inhoudt, dat door de eeuwen heen verborgen is geweest in God, Die alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus,

Met de andere apostelen heeft hij afgesproken dat hij naar de heidenen zou gaan en Petrus, Jakobus en Johannes naar de Joden (de besnijdenis). We lezen dit in de Galatenbrief:

Galaten 2:7-9
7 Maar integendeel, zij zagen dat aan mij het Evangelie onder de onbesnedenen toevertrouwd was, zoals aan Petrus dat onder de besnedenen.
8 (Want Hij Die door Petrus werkte met het oog op het apostelschap onder de besnedenen, werkte ook door mij met het oog op de heidenen.)
9 En toen Jakobus, Kefas en Johannes, die geacht werden steunpilaren te zijn, de mij gegeven genade erkenden, gaven zij mij en Barnabas de rechterhand van gemeenschap, opdat wíj naar de heidenen en zíj naar de besnedenen zouden gaan.

We zien in de brieven van Paulus hoe serieus hij deze opdracht nam. Dat is ook een belangrijke drijfveer geweest om de brief aan de Romeinen te schrijven. Een gemeente die hij niet had gesticht, waar hij (nog) niet was geweest, maar die hij toch wilde dienen met het evangelie.

Tot slot

Met deze studie komen we aan het eind van de studieserie over de Romeinenbrief. Ik hoop en bid dat de studies tot zegen zijn (geweest). Echt klaar met de Romeinenbrief zijn we nooit. Het is een brief om steeds weer opnieuw te lezen en te onderzoeken.

Heb je een vraag of opmerking over deze studie? Voel je vrij om hieronder te reageren.
Heb je een Bijbelboek of onderwerp waar je graag een studie over zou zien, laat het me ook weten. Voorlopig zal ik wat losse studies en onderwerpen op mijn blog gaan plaatsen.

Alle studies over de Romeinenbrief zijn hier te vinden: Blog Romeinenbrief

Subscribe
Abonneren op
guest

0 Reacties
oudste
nieuwste
Inline Feedbacks
View all comments
0
Ben benieuwd naar jouw mening, reageer gerust!x