Jeruzalem, Rome en Spanje: Rom.15:25-33

13 minuten lezen

Inleiding

Paulus wil graag met de volle zegen van het evangelie naar Rome komen. Hij was dit al eerder van plan geweest, maar tot nu toe was dit niet gelukt. Nu wil hij via Rome naar Spanje reizen. Hij kan dan de gelovigen in Rome ontmoeten, van hun gezelschap genieten en door hen verder op weg geholpen worden. Maar hij wil eerst nog een taak volbrengen in Jeruzalem.

Opbouw van deze studie

In deze studie zal ik eerst de bijbeltekst bespreken. Paulus licht in de verzen 25-29 zijn plannen toe en in de verzen 30-33 vraagt hij om gebed.
Daarna kijken we of de plannen van Paulus en zijn verwachtingen uitgekomen zijn. Hoe is zijn bezoek aan Jeruzalem afgelopen? Is het gebed waartoe hij opriep, verhoord? Is hij naar Rome gekomen en wat is er terecht gekomen van zijn plan om naar Spanje te reizen?

Romeinen 15:25-29: Nu reis ik naar Jeruzalem

25 Maar nu reis ik naar Jeruzalem om de heiligen te dienen,
26 want de gemeenten van Macedonië en Achaje hebben het goedgevonden enige handreiking te doen aan de armen onder de heiligen in Jeruzalem.
27 Zij hebben het namelijk goedgevonden, en zij zijn het ook aan hen verplicht. Immers, als de heidenen aan hun geestelijke weldaden deel gekregen hebben, zijn zij ook verplicht hen met stoffelijke te dienen.
28 Als ik deze zaak dan volbracht zal hebben en hun deze vrucht officieel afgedragen zal hebben, zal ik via u naar Spanje reizen.
29 En ik weet dat ik, als ik naar u toe kom, met de volle zegen van het Evangelie van Christus zal komen.

Verzen 25 en 26: Naar Jeruzalem om de heiligen te dienen

Voordat Paulus naar Rome komt, zal hij eerst naar Jeruzalem reizen om de heiligen te dienen. Hij bedoelt dat hij een gift gaat brengen naar de armen in de gemeente te Jeruzalem. Jaren eerder had hij die verplichting op zich genomen. Hij schrijft daarover in de Galatenbrief. Samen met Barnabas was hij in Jeruzalem geweest om Jakobus, Petrus en Johannes te ontmoeten. Ze spraken af dat Paulus en Barnabas naar de heidenen zouden gaan. Maar dat ze ook de armen in Jeruzalem zouden (blijven) ondersteunen.

Galaten 2:9-10
9 En toen Jakobus, Kefas en Johannes, die geacht werden steunpilaren te zijn, de mij gegeven genade erkenden, gaven zij mij en Barnabas de rechterhand van gemeenschap, opdat wíj naar de heidenen en zíj naar de besnedenen zouden gaan.
10 Alleen moesten wij wel aan de armen denken; en ik heb mij ook beijverd juist dit te doen.

In de jaren die volgen, organiseert Paulus een grote collecte onder de gemeenten in Galatië, Macedonië en Achaje. We lezen over deze collecte in de eerste en tweede brief aan de Korinthiërs:

1 Korinthe 16:1-4
1 Wat nu de inzameling voor de heiligen betreft, moet u het net zo doen als ik het aan de gemeenten in Galatië opgedragen heb:
2 Op elke eerste dag van de week moet ieder van u bij zichzelf iets opzijleggen om op te sparen wat in zijn vermogen is, opdat de inzamelingen niet pas dan gehouden worden, wanneer ik gekomen ben.
3 En wanneer ik bij u gekomen ben, zal ik hen die u daarvoor geschikt acht, met brieven sturen om uw gave naar Jeruzalem over te brengen.
4 En als het de moeite waard mocht zijn dat ik de reis zelf ook maak, zullen zij met mij meereizen.

In de tweede brief besteedt Paulus veel woorden aan deze voorgenomen collecte (hoofdstukken 8 en 9). Hij spoort hen aan om de daad bij het woord te voegen en te zorgen dat er geld apart is gezet als de broeders komen. Hij wijst op de bereidheid van de Macedoniërs die ondanks hun eigen armoede er op stonden om mee te doen met de collecte. Laat het zo zijn dat ook de Korinthiërs hun gave gereed hebben als Titus met de broeders komt. Zodat zij niet beschaamd staan als er Macedoniërs meekomen, en blijkt dat ze toch niet klaar zijn met de inzameling. Lees voor meer inzicht de volgende verzen uit deze hoofdstukken: 2 Korinthe 8:6-7 en 2 Korinthe 9:2-5.

Vers 27: Vrijwillige gave die toch niet vrijblijvend is

De gemeenten die geld inzamelen doen dit vrijwillig, maar Paulus vindt het logisch en noodzakelijk. De heidenen zijn immers gezegend door het evangelie dat vanuit Jeruzalem, vanuit de Joodse gelovigen tot hen kwam. Daarom is het goed als de broeders uit de heidenen hun materiële zegeningen delen met de Joodse broeders en zusters in Jeruzalem. Dit principe benoemt Paulus ook in:

1 Korinthe 9:11
Als wij bij u het geestelijke gezaaid hebben, is het dan te veel als wij van u het stoffelijke oogsten?

Verzen 28 en 29: Daarna is de weg vrij om naar Rome te komen

Paulus neemt deze taak heel serieus. Hij wil de vrucht van deze collecte zelf officieel afdragen in Jeruzalem. In 1 Korinthe 16:4 had hij al gezegd dat hij zelf zou meereizen als het de moeite waard was. Blijkbaar is de opbrengst gewichtig genoeg dat hij zelf mee reist. Als hij deze taak volbracht heeft is de weg vrij om via Rome naar Spanje te reizen.

Paulus komt dan met de volle zegen van het evangelie. In Romeinen 1:11 had hij al gezegd dat hij hen wilde laten delen in de geestelijke genadegaven, waarmee hij hen wilde versterken.

Romeinen 15:30-33: Mede strijden in het geloof

30 En ik roep u ertoe op, broeders, door onze Heere Jezus Christus en door de liefde van de Geest, om samen met mij te strijden in de gebeden tot God voor mij,
31 dat ik verlost mag worden van de ongehoorzamen in Judea en dat mijn dienstbetoon, namelijk dat aan Jeruzalem, de heiligen welgevallig is,
32 zodat ik met blijdschap naar u toe kom door de wil van God en bij u tot rust zal mogen komen.
33 En de God van de vrede zij met u allen. Amen.

De reis naar Jeruzalem maakt Paulus toch ook ongerust en hij vraagt de gelovigen in Rome om met hem te strijden in het gebed. Hij vraagt of ze voor twee dingen willen bidden:

Ten eerste dat hij bewaard zal worden voor de ongehoorzamen in Judea. Hij wist dat er veel tegenstanders waren in Jeruzalem en dat hij een slechte reputatie had onder de Joden.
En ten tweede dat zijn hulp door de heiligen in Jeruzalem zal worden gewaardeerd. Hij hoopt dat het geschenk aanvaard zal worden als een teken van de vrucht die God onder de heidenen had voortgebracht.

Dan zal hij, niet alleen met de volle zegen (vers 29) maar ook met blijdschap naar de gemeente in Rome komen.

Uitkomst van de plannen van Paulus

Wat is er gebeurd nadat Paulus deze brief naar Rome heeft verstuurd? Heeft hij de voorgenomen reis naar Jeruzalem gemaakt en hoe liep dat af? Is het gebed waar hij in de brief om vraagt, verhoord? Is hij met blijdschap naar Rome gereisd? En wat is er van zijn plan om naar Spanje te reizen terecht gekomen? Veel vragen worden door Lukas beantwoord in het boek Handelingen. En voor de laatste vraag moeten we de kerkgeschiedenis raadplegen.

Zijn reis naar Jeruzalem: Handelingen 21, 22 en 23

Als Paulus aankomt in Jeruzalem ontmoet hij Jakobus en de ouderlingen van de gemeente. Paulus heeft zich terecht zorgen gemaakt over zijn ontvangst in Jeruzalem. De gelovigen in Jeruzalem hebben gehoord dat Paulus leert dat de gelovigen niet langer onder de Mozaïsche wet hoeven te leven. Deze Joodse gelovigen zijn echter zelf ijveraars voor de wet. Jakobus en de oudsten verlangen van Paulus dat hij door mee te doen met een reinigingsritueel, laat zien dat hij toegewijd is aan de Joodse voorschriften.

We horen niet wat Paulus hier zelf van vindt. Hij wijst het plan niet af en doet wat van hem gevraagd wordt. Dit stemt overeen met wat hij beschrijft in 1 Korinthe, met het oog op het evangelie past hij zich aan:

1 Korinthe 9:20
En ik ben voor de Joden geworden als een Jood, om Joden te winnen. Voor hen die onder de wet zijn, ben ik geworden als onder de wet, om hen die onder de wet zijn te winnen.

Juist als hij zich in de tempel begeeft om het reinigingsritueel na zeven dagen af te ronden, zien de Joden uit Asia hem en grijpen hem. Ze beschuldigen hem ervan dat hij een leer verkondigt die tegen het volk, de wet en de tempel ingaat. Ook denken ze dat hij Grieken meegebracht heeft in de tempel. Er ontstaat een grote opschudding en de Romeinse overste moet ingrijpen om te voorkomen dat Paulus gelyncht wordt.

Paulus wordt gevangen genomen en door de Joodse raad beschuldigd. Omdat er een samenzwering is om hem te doden, laat de Romeinse overste hem overbrengen naar Ceasarea. Daar verschijnt hij voor stadhouder Felix die geen beslissing neemt over wat er met Paulus moet gebeuren. Na twee jaar wordt Felix opgevolgd door Festus. Om de Joden een gunst te bewijzen laat Felix Paulus in de gevangenis achter.

Dan verschijnt Paulus voor Festus, die hem, op verzoek van de hogepriester, naar Jeruzalem wil sturen. Maar Paulus beroept zich op de keizer. Hij krijgt nog de gelegenheid om te getuigen tegenover koning Agrippa en Bernice, die hem onschuldig verklaren. Maar omdat hij zich al op de keizer beroepen had, moet hij naar Rome.

Handelingen 26:30-32
30 En nadat hij dit gezegd had, stond de koning op en de stadhouder, Bernice en zij die bij hen zaten,
31 en zij gingen terzijde, spraken met elkaar en zeiden: Deze man doet niets wat dood of boeien verdient.
32 En Agrippa zei tegen Festus: Deze man had losgelaten kunnen worden, als hij zich niet op de keizer had beroepen.

Is het gebed van Paulus (Romeinen 15:30-31) beantwoord?

Paulus had gebeden om verlost te worden van de ongehoorzamen in Judea. Dat gebed lijkt niet te zijn verhoord. Of toch ten dele wel, want door het ingrijpen van de Romeinse hoofdman is zijn leven gespaard. En zijn gevangenschap gaf hem de gelegenheid om te getuigen tegenover stadhouders en koningen (Mattheus 10:18, Markus 13:9, Lukas 21:12, Handelingen 9:15).

Was zijn dienstbetoon aan de gemeente in Jeruzalem welgevallig? We krijgen daar geen antwoord op. De collecte wordt in Handelingen 21 niet genoemd. Wel worden Paulus en de broeders met blijdschap ontvangen (Handelingen 21:17). In zijn toespraak tegenover Felix noemt Paulus de collecte wel: “En na verscheidene jaren kwam ik om liefdegaven aan mijn volk te brengen en om te offeren” (Handelingen 24:17)

Zijn reis naar Rome: Handelingen 27 en 28

Omdat Paulus gevangen genomen is in Jeruzalem is, kan hij niet als vrij man naar Rome reizen. Toch bevestigt de Heer kort na zijn gevangenneming dat hij naar Rome zal gaan:

Handelingen 23:11
En de volgende nacht stond de Heere bij hem en zei: Heb goede moed, Paulus, want zoals u in Jeruzalem van Mijn zaak getuigd hebt, zo moet u ook in Rome getuigen.

Na een gevangenschap van twee jaar in Caesarea, wordt Paulus als gevangene naar Rome gebracht om voor de keizer te verschijnen. We lezen hierover in Handeling 27 en 28. De broeders in Rome komen hem tegemoet tijdens de laatste etappe van zijn reis:

Handelingen 28:13-15
13 Daarvandaan voeren wij eromheen en kwamen in Regium aan, en doordat er na één dag een zuidenwind opstak, kwamen wij de tweede dag in Puteoli,
14 waar wij broeders aantroffen en ons verzocht werd zeven dagen bij hen te blijven. En zo gingen wij naar Rome.
15 En daarvandaan kwamen de broeders, die van onze zaken gehoord hadden, ons tegemoet, tot Appiusmarkt en de Drie Tabernen. Toen Paulus hen zag, dankte hij God en vatte hij moed.

Paulus vatte moed toen hij de broeders zag. Lukas schrijft verder niet over ontmoetingen met de gelovigen in Rome. Paulus bleef twee jaar in Rome en mocht iedereen ontvangen die naar hem toe kwam. Ongetwijfeld zal hij ook warme contacten gehad hebben met de broeders en zusters in Rome. Lukas eindigt zijn verslag in Handelingen met deze woorden:

Handelingen 28:30-31
30 En Paulus bleef twee volle jaren in zijn eigen gehuurde woning, en ontving allen die naar hem toe kwamen.
31 Hij predikte het Koninkrijk van God en gaf onderwijs over de Heere Jezus Christus, met alle vrijmoedigheid, ongehinderd.

Zijn plannen om naar Spanje te gaan

Ten slotte moeten we nog de vraag beantwoorden of Paulus daadwerkelijk naar Spanje is gegaan. Dit staat niet in de Bijbel. Handelingen 28 eindigt met de twee jarige gevangenschap van Paulus in Rome. Omdat Lukas niet schrijft over de dood van Paulus, is hij waarschijnlijk nog vrij gekomen. In de vroege kerkgeschiedenis vinden we aanwijzingen dat hij inderdaad nog naar Spanje is geweest. Ik noem de belangrijkste:

Clemens van Rome
De vroegste aanwijzing dat Paulus inderdaad naar Spanje is gereisd, lezen we in een brief van Clemens van Rome : In zijn brief aan de Korinthiërs (ongeveer 96 na Christus) schrijft hij dat Paulus “de uiterste grenzen van het Westen heeft bereikt.” (bron: 1 Clemens 5:5 en 6). Velen interpreteren dit als een verwijzing naar Spanje, omdat dat in die tijd het westelijke einde van het Romeinse Rijk was.

Muratorische Canon
Nog duidelijker lezen we over een reis naar Spanje in een document dat de “Muratorische Canon” wordt genoemd. Het dateert uit ongeveer 170 na Christus en is een belangrijke bron voor welke boeken de vroege kerk als gezaghebbend beschouwde. Als de schrijver het boek Handelingen behandelt, wijst hij erop dat Lukas alleen dat beschreef waar hij zelf bij was geweest en niet de marteldood van Petrus en de reis van Paulus naar Spanje:

Bovendien werden de handelingen van alle apostelen in één boek geschreven. Want Lucas
heeft de afzonderlijke gebeurtenissen die in zijn aanwezigheid plaatsvonden verzameld zoals hij duidelijk aantoont door de marteldood van Petrus en het vertrek van Paulus uit de stad [Rome] weg te laten toen hij naar Spanje reisde. (Bron: Muratorian fragment)

Kerkvader Hiëronymus
Hiëronymus is één van de vier grote kerkvaders, onder meer bekend door zijn Latijnse bijbelvertaling “de Vulgaat”. Hij schreef ook “De viris illustribus” (over illustere mannen) omstreeks 392 na Christus. Hierin behandelt Hiëronymus in het kort de levens van 135 hoofdzakelijk christelijke en enkele voor-christelijke en joodse schrijvers. Hij begint met de apostelen. Over Paulus schrijft hij: 

In het tweede jaar van Nero, ten tijde dat Festus, procurator van Judea, Felix opvolgde, werd hij [Paulus] gevangen naar Rome gestuurd en bleef daar twee jaar in vrijheid, waar hij dagelijks met de Joden in discussie ging over de komst van Christus. Het moet gezegd worden dat Paulus bij zijn eerste verdediging, toen de macht van Nero nog niet was bevestigd en zijn goddeloosheid nog niet zo duidelijk was als de geschiedenis over hem vermeldt, door Nero werd ontslagen, zodat het evangelie van Christus ook in het Westen kon worden verkondigd. (bron: De viris Illustribus 5. Paul)

Tot slot

Veel van de plannen die Paulus in Romeinen 15:14-33 beschrijft, zijn anders gelopen dan hij had voorzien. Uiteindelijk kwam hij naar Rome, maar als gevangene. Toch klaagt hij nergens dat zijn leven anders gelopen is. In de laatste brief die we van hem hebben zegt hij: “Ik heb de goede strijd gestreden. Ik heb de loop tot een einde gebracht. Ik heb het geloof behouden” (2 Timotheüs 4:7). Waarschijnlijk heeft hij zelfs het evangelie zover als naar Spanje gebracht.

Dat mag voor ons ook een bemoediging zijn als onze plannen stuk lijken te lopen. Als we voor de Heere leven, zal Hij geëerd worden, ook als onze plannen niet doorgaan zoals we gehoopt hadden.

In de volgende studie zijn we toe aan het laatste hoofdstuk van de Romeinenbrief. Een hoofdstuk met heel veel namen, maar zeker de moeite waard om in te duiken.

Heb je een vraag of opmerking over deze studie? Voel je vrij om hieronder te reageren.
Wil je een e-mail krijgen als ik een nieuwe studie heb geplaatst, meld je dan aan via de knop volgen.

Alle studies over de Romeinenbrief zijn hier te vinden: Blog Romeinenbrief

Subscribe
Abonneren op
guest

2 Reacties
oudste
nieuwste
Inline Feedbacks
View all comments
Anja Bezemer
Anja Bezemer
1 dag geleden

Prachtig Jolande….zoveel nieuwe dingen.
Bedankt hoor, al weet ik dat jezelf ook heel veel zegen ontvangt. Zo werkt dat hé?
De zegende ziel wordt overvloedig verkwikt.
Lieve groet Anja

Jannyverheul
Jannyverheul
16 uur geleden

Ik geloof dat Paulus in Spanje geweest is. En ook Jacobus, want het verhaal van Santiago de compostello is ook niet uit de lucht gegrepen. En dat is voor veel mensen ,die de Camino hebben gelopen, een realiteit dat het Evangelie heel vroeg in Spanje bekend was. En daar zal Paulus vast een aandeel in hebben gehad. Je moeder

2
0
Ben benieuwd naar jouw mening, reageer gerust!x