Liefde in de Bijbel

Er zijn in het Grieks meerdere woorden die in het Nederlands allemaal met liefde worden vertaald. Twee daarvan vinden we in het Nieuwe Testament.

Storge

στοργη (storgē)
Dit is een Grieks woord om natuurlijke liefde of genegenheid aan te geven. Bijvoorbeeld de liefde tussen ouders en kinderen.
Het woord storge komt niet in de Bijbel voor, wel het tegengestelde ἄστοργος (ástorgos̱) wat we vinden in Romeinen 1:31 en 2 Timotheüs 3:3. Het wordt vertaald als: “Zonder natuurlijke liefde”.
In Romeinen 12:10 vinden we een samengesteld woord φιλοστοργος (filo-storgos) waarin twee woorden voor liefde (filos en storge) worden gecombineerd.

Romeinen 12:10
Heb elkaar hartelijk lief (filostorgos) met broederlijke liefde (filadelfia). Ga elkaar voor in eerbetoon.

Eros

ἔρως (érōs)
Een tweede woord voor liefde wat al in de Griekse oudheid werd gebruikt is eros. Wij herkennen hierin het Nederlandse woord erotiek. Het verwijst vooral naar lichamelijke liefde of verliefdheid. Het kan ook verwijzen naar de zuivere lichamelijke liefde in een goed huwelijk.
Het woord komt niet in het Nieuwe Testament voor en maar enkele keren in de Griekse vertaling van het Oude Testament (de Septuagint).((Esther 2:17 beschrijft de liefde van Ahasveros voor Esther met eros)) Meestal wordt agape gebruikt, zelfs waar we eros zouden verwachten, zoals in Hooglied.

Filos/fileo

φιλέω (fileo)
Dit woord verwijst naar vriendschap, liefhebben als broeders en zusters onderling. Johannes gebruikt dit woord als hij schrijft hoe Martha en Maria een boodschap naar Jezus sturen over Lazarus:

Johannes 11:3
De zusters dan zonden Hem bericht: Here, zie, die Gij liefhebt, is ziek.

Fileo wordt niet altijd positief gebruikt in de Bijbel. Van de schriftgeleerden wordt gezegd dat ze houden van de ereplaatsen tijdens de maaltijd (Mattheüs 23:6). En het verraad van Judas met een kus, is ook de vertaling van fileo (Mattheüs 26:48, Markus 14:44 en Lukas 22:47).

Fileo wordt 25 keer gebruikt in het Nieuwe Testament, het meest door Johannes.

Agape/agapao

ἀγαπάω (agapao)
Liefhebben met een broederlijke, onbaatzuchtige liefde. Dit is de liefde die in 1 Korinthe 13 beschreven wordt. Het is de liefde van God tot ons:

Johannes 3:16
Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.

Het is een liefde die bereid is het beste voor de ander te zoeken. We ontvangen deze liefde van God en mogen hem op onze beurt doorgeven aan de ander.

Johannes 4:19-21
Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefhad.
20 Als iemand zou zeggen: Ik heb God lief, en hij zou zijn broeder haten, dan is hij een leugenaar. Want wie zijn broeder, die hij ziet, niet liefheeft, hoe kan hij God liefhebben, Die hij niet gezien heeft?
21 En dit gebod hebben wij van Hem, dat wie God liefheeft, ook zijn broeder moet liefhebben.

Dit Griekse woord voor liefde komt het meeste voor in het Nieuwe Testament. Het werkwoord agapao 142 keer. Het zelfstandig naamwoord agapé 116 keer.

Synoniem gebruik van agapao en fileo

Agapao en fileo worden in het Nieuwe Testament soms als synoniemen van elkaar gebruikt.

Jezus vraagt in Johannes 21:15 aan Petrus: “hebt u Mij meer lief (agape) dan dezen?”, waarop Petrus antwoordt: “Gij weet dat ik U liefheb (fileo)”. Dit herhaalt zich een tweede keer met dezelfde woorden. De derde keer gebruikt Jezus ook fileo en Petrus bevestigt dit (Joh. 21:17).

Ook bij de geschiedenis van Lazarus worden beide woorden gebruikt. In Johannes 11:3 en 11:36 gebruikt de schrijver het woord fileo en in Johannes 11: 5 agapao.