De liefde vergaat nooit

1 Korinthe 13:8
De liefde vergaat nooit. Wat dan profetieën betreft, zij zullen tenietgedaan worden, wat talen betreft, zij zullen ophouden, wat kennis betreft, zij zal tenietgedaan worden.

De liefde vergaat nooit, ze houdt nooit op te bestaan. Dit in tegenstelling tot de gaven van de Geest. Paulus noemt hier weer dezelfde gaven op die hij in de verzen 1 en 2 had benoemd. Daar had hij gezegd dat deze gaven geen waarde hebben als ze niet gepaard gaan met de liefde. Hier zegt hij er nog iets anders over. Ze zullen ook eerder ophouden dan de liefde. Al deze gaven zijn gebrekkig, ze zijn ’ten dele’, onvolkomen (NBG) en wat onvolkomen is zal uiteindelijk verdwijnen.

Wanneer houden deze gaven op?

Wanneer deze gaven ophouden daar zijn de meningen over verdeeld. Ik neig zelf naar het cessationisme wat leert dat de bovennatuurlijke geestesgaven, zoals spreken in tongen, gaven van genezing en profetie primair hoorden bij de start van de gemeente.((Voor een uitgebreid artikel van Robbert Veen hierover volg de link: cessationisme.)) Ze zijn na de apostolische tijd opgehouden. Dat wil niet zeggen dat God nu nooit wonderen doet. Ook niet dat we niet voor genezing mogen bidden. Maar het is niet meer zo aanwezig als in de begintijd van de gemeente.

Is het volmaakte (vers 10) dan al gekomen? Vaak wordt hierin een verwijzing gezien naar de wederkomst van Christus. Pas wanneer Hij is wedergekomen, zullen de gaven ophouden. Maar heel de kerkgeschiedenis door zijn er ook mensen geweest die hierin een verwijzing hebben gezien naar de afronding van de Bijbel. Met het afronden van de canon van het Nieuwe Testament hebben we de volkomen openbaring van Gods Woord en zijn profetieën en woorden van kennis niet meer nodig.

Geloof, hoop en liefde

1 Korinthe 13:13
En nu blijven geloof, hoop [en] liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde.

Het laatste vers van dit hoofdstuk wijst erop dat nu deze drie blijven: geloof, hoop en liefde. Hier lijkt Paulus al vooruit te grijpen op het moment dat de gaven zijn opgehouden en alleen deze drie dingen zijn overgebleven. Het is duidelijk dat het ‘nu’ van Paulus in dit vers niet kan verwijzen naar de tijd dat Jezus is wedergekomen. Dan zijn geloof en hoop immers niet meer aan de orde. Nu hebben we geloof en hoop nodig, maar vooral liefde. Want ook van deze drie is de liefde het meest!

Dankjewel voor het volgen van deze lessen. Ik hoop dat het je nieuwe inzichten heeft gegeven over de liefde.